Richard Carapaz (INEOS Grenadiers) bereidt zich in Ecuador voor op het nieuwe seizoen en de klimmer is alvast volop op hoogte aan het trainen. De nummer twee uit de afgelopen Vuelta a España tikte maar liefst 4.825 meter aan op de Cotopaxi-vulkaan. Gezond? Niet voor iedereen...
Inspanningsfysioloog Ruud Van Thienen vertelt in Het Nieuwsblad dat Carapaz gewend is aan de hoogte. Hij woont in La Playa-Alto, op 3.200 meter. Iemand die van zeeniveau komt, kan serieus problemen ondervinden bij een klim naar dik 4.800 meter. 'Carapaz kan dat aan. Vooreerst omdat zijn genetische achtergrond anders is en hij op grote hoogte leeft en traint. Maar ik zou dat laaglanders als pakweg Victor Campenaerts of Yves Lampaert niet aanraden. Het kan ongezond worden en potentieel grote problemen opleveren.'
Van Thienen legt uit: 'Je krijgt er een soort acute hoogteziekte van. Dat kan heel mild zijn en dan heb je enkel hoofdpijn, maar dat kan heel snel evolueren naar hersen- en longoedeem. Er is zo weinig zuurstof in de lucht dat je lijf van alles in werking zal zetten om zaken te kunnen compenseren. En dat loopt niet altijd vlot. Meestal komen die problemen na een halve of volledige dag op zo’n grote hoogte tot uiting. Als je naar zo’n hoogte fietst en dan snel naar beneden gaat, kan het wel meevallen. Waarschijnlijk zal je dan alleen maar gigantische hoofdpijn hebben. Maar evengoed begin je te hyperventileren of val je van je fiets. Maar voor Carapaz zie ik niet echt problemen.'
Lees het artikel op de mobiele website