Van der Poel ging tot het uiterste gaatje: 'Ik was gewoon dood op het einde'

| door Jannick van der Hooft

Mathieu van der Poel had na een ware slijtageslag in Tirreno-Adriatico niet meer de kracht om zijn armen bij binnenkomst in de lucht te gooien. De Nederlands kampioen kan zich niet herinneren dat hij zichzelf ooit 'zo dood' gevoeld heeft op het einde van een rit.

Op vijftig kilometer van de finish ging Van der Poel al ten aanval. Waarom? 'Omdat ik het koud had', legt hij uit. Het leek kat in het bakkie voor hem, toen hij drie minuten voorsprong op de eerste achtervolgende groep pakte. Een ontketende Tadej Pogacar maakte het echter nog extreem spannend. De Sloveense klassementsleider strandde uiteindelijk op slechts tien seconden van Van der Poel in een razendspannende etappe.

'Tweede plek was een dikke tegenvaller geweest'

Mathieu van der Poel

'Als ik tweede was geworden, was dat een dikke tegenvaller geweest', geeft de ritwinnaar na afloop toe bij Het Nieuwsblad. Hij wordt gevraagd of hij geschiedenis geschreven heeft: 'Geen idee, maar voor mezelf voelt het wel zo. Ik kan me geen wedstrijd herinneren waarin ik me zo voelde op het einde.' Het leidde ertoe dat hij na afloop op de grond moest uitrusten van de zware inspanning.

Ondanks de fysieke mokerslag op zijn lichaam, is Van der Poel ontzettend blij met de behaalde overwinning: 'Ik was gewoon dood op het einde. Ik ben blij dat ik won, maar ik was écht dood.'

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen