Lotte Kopecky en Jolien D'Hoore eindigden respectievelijk als 16e en 34e op het wereldkampioenschap in eigen land, waar Elisa Balsamo de overwinning greep. Daarmee waren zij de eerste twee Belgische rensters in de uitslag, maar meedoen om de overwinning zat er niet in.
De blokken van Italië en Nederland bleken een stuk sterker in koers, waardoor vooral Kopecky nooit lekker aan de explosieve korte klimmen kon beginnen. 'Ik had vrij veel moeite om me te plaatsen voor de Wijnpers', die vierhonderd meter lang was, met een stijgingspercentage van acht procent. 'Als je in vijftiende of twintigste positie zit, dan rijd je de benen telkens kapot. Op het laatst ging het gewoon te hard. Er was geen ruimte meer voor mij om op te schuiven. Toen we bij de laatste 2,5 kilometer naar links draaiden, wist ik eigenlijk al hoe laat het was.'
Jolien D'Hoore reed in dienst van Kopecky, maar samen konden ze niet opboksen tegen de sterke concurrentie. 'Ik voelde me goed en voelde op het einde dat er nog iets op zat. Op een gegeven moment was er een gat en ik zag dat Lotte niet meezat. Toen was het zaak voor mij om het gat te dichten, anders was het afgelopen voor ons. Het was echt slopend. Vooral de Wijnpers was een lastig dingske.' Uiteindelijk duurde het volgens D'Hoore nog lang voordat de wedstrijd echt opgang kwam. Ze keek naar de Nederlanders en vroeg: 'Gaan jullie nog koersen of hoe zit dat hier?' Uiteindelijk won volgens D'Hoore de slimste, waar Marianne Vos naar de tweede plaats werd gedegradeerd. En wat te denken voor de wedstrijd van zondag bij de mannen? 'Als je fris in Leuven bent, dan kan je het verschil maken op de Wijnpers', zo geeft D'Hoore aan bij Sporza.
Lees het artikel op de mobiele website