Thymen Arensman kende tijdens de zeventiende Vuelta-rit, gewonnen door vluchter Rigoberto Urán, geen beste middag. Arensman gaf tijd toe op zijn directe concurrenten, onder wie Joao Almeida en Ben O'Connor. 'Op het einde had ik niet veel meer over', aldus Arensman via de Twitter van zijn ploeg (TEAM DSM).
'Het was vandaag vol gas. Het duurde lang vooraleer de vlucht van de dag vertrokken was. Renners die bij mij in de buurt stonden in het klassement probeerden ook mee te springen, dus moest ik scherp zijn en gaten dichten waar nodig', aldus de nummer zeven in de strijd om de rode trui, die 41 seconden na klassementsleider Remco Evenepoel over de streep kwam.
'Die pittige openingsfase kostte mij een hoop energie. Uiteindelijk vertrok er een voor mij gunstige vlucht en zaten we met de gehele ploeg goed en wel in het peloton. De jongens hielpen me goed, ondanks het hoge tempo in het peloton', vervolgt de DSM-renner, die 50 seconden toe moest geven op Almeida. Laatstgenoemde staat één plaats boven Arensman in het klassement, op plek zes.
Volgens Arensman speelde het positioneren op de slotklim een belangrijke rol. 'Movistar reed volle bak door vanaf de voet van de klim. Ze maakten het enorm moeilijk. Ik merkte direct al dat ik het een beetje lastig had. Ik probeerde er bij te blijven. Op twee of drie kilometer van de meet had ik weinig meer over en moest ik de groep laten gaan. Ik besloot maar mijn eigen tempo te rijden om zo de schade te beperken', sluit hij af.
Lees het artikel op de mobiele website