Bernal tevreden met achtste plaats in Ronde van Romandië, maar: 'Weten niet hoe ver ik mijn lichaam kan pushen'

| door Pepijn van der Hulst

Voor Egan Bernal moet de Ronde van Romandië toch een positief signaal zijn geweest. De Colombiaan van INEOS Grenadiers eindigde voor het eerst sinds zijn horrorblessure weer eens in de top tien van een eindklassement en stelt bij L'Equipe dat hij zich stukje bij beetje beter begint te voelen. Bernal weet inmiddels ook hoe zijn komende weken eruit komen te zien.

'Het was een goede week', aldus Bernal, die in de door Adam Yates gewonnen koninginnenrit tevens als achtste over de meet kwam. 'Ik moet het dag voor dag bekijken en mijn prikkels terugvinden, maar het is duidelijk dat ik tevreden ben over mijn huidige vormpeil. We moeten veel voordeel halen uit kleine stapjes voorwaarts, vooral omdat dat ervoor zorgt dat ik nóg gemotiveerder ben om hard te werken. Ik ben heel blij dat ik weer competitief ben en hopelijk kunnen we deze lijn voortzetten.'

Bernal reist in ieder geval af naar Hongarije en Noorwegen

'Toch weet ik wel dat ik nog heel veel werk voor de boeg heb', vervolgt de Tourwinnaar van 2019 zijn verhaal. 'Ik ben een flink stuk verwijderd van mijn beste vorm. Daar wil ik weer snel heen. We weten niet hoe ver ik mijn lichaam kan pushen, maar ik ga alles geven. Op die manier kan ik later, als ik gestopt ben met koersen, tegen mezelf zeggen dat ik nergens steken heb laten vallen en harder had kunnen werken.'

Bernal maakte tevens bekend een rugnummer op te spelden tijdens de Ronde van Hongarije (10-14 mei) en de Ronde van Noorwegen (26-29 mei). De Colombiaan beslist op een later moment met zijn ploeg of hij het Critérium du Dauphiné of de Ronde van Zwitserland rijdt. Zijn stoutste droom? Weer starten in de door Bernal geliefde Tour de France, maar: 'Alles hangt af van hoe de benen aanvoelen.'

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen