Fabio Jakobsen heeft een heel goed gevoel overgehouden aan de Ronde van Turkije. De Nederlandse sprinter reed zijn eerste koers sinds zijn valpartij in de Ronde van Polen - in augustus van 2020 - en dat beviel hem goed.
In gesprek met Deceuninck-Quick-Step vertelt Jakobsen over zijn ervaringen tijdens de Ronde van Turkije. 'Ik ben blij dat ik mijn eerste koers heb kunnen uitrijden.' Het begin was wel even moeilijk voor Jakobsen. 'Ik moest even wennen aan het peloton. Wanneer je opeens moet remmen, of naar links of rechts moet sturen.' De angst voor dat soort momenten verdween al snel naar de achtergrond. 'De eerste keer was het eng, maar bij de tweede keer was het minder en bij de derde keer al bijna weg.'
Het peloton ontving Jakobsen weer met open armen. 'Iedereen was blij dat ik terug was in het peloton. De reacties waren ontroerend en prachtig om te zien.' Zelf vindt hij de terugkeer natuurlijk ook heerlijk. 'Om dit marineblauwe pak weer aan te mogen trekken is speciaal. Dat heb ik echt gemist.' Dat Jakobsen ook daadwerkelijk een rol van betekenis speelde in de Ronde van Turkije, was alleen maar extra mooi. 'Het voelde geweldig om op kop van het peloton te rijden. Dat is waarom ik renner ben geworden.'
Voor Jakobsen wacht nu een tijdje thuis trainen. Daar kijkt hij positief naar uit. 'Ik heb mijn familie wel gemist. Ze waren een beetje nerveus. En zo lang ben ik niet weggeweest in de afgelopen acht maanden, dus ik ben blij om ze straks weer te zien.' En daarna richt hij zich weer op de volgende race met zijn ploeg. 'Ik denk dat ik nu alleen nog maar beter kan worden. Dan hoop ik dat mijn vooruitgang in die koers door zal gaan.'
Lees het artikel op de mobiele website