Sepp Kuss deed donderdag in de achttiende etappe van de Tour de France wat hij vorig jaar voor Primoz Roglic deed. Op kop rijden en het tempo hooghouden van de beste klassementsrenners. Een verkeerde zet, zo laat Bram Tankink weten in Vive le Vélo.
Tankink reed zelf negen keer de Tour de France, waarvan hij er acht tot Parijs haalde. De inmiddels 42-jarige Nederlander reed van 2008 tot en met 2018 voor de ploeg die nu Jumbo-Visma heet. In het Belgische programma snapt hij de koerstactiek van Jumbo-Visma niet helemaal, wat hij vaker ziet terugkomen in het huidige wielrennen. Kuss reed op kop van een groepje met Tadej Pogacar, ploeggenoot Jonas Vingegaard, Richard Carapaz en Enric Mas. 'Dan komt er op een gegeven moment een punt dat Sep Kuss ook nog in het wiel zit en dan gebeurt er iets wat ik eigenlijk niet zo goed snap. Dat is een beetje het autistische wielrennen wat je de laatste tijd veel ziet. Je zit met drie kopmannen en er zit één knecht bij of een helper. En die moet dan maar op kop gaan rijden, maar waarom?', zo verbaasde Tankink zich.
Volgens de Nederlander is dat alleen maar ten gunste van Pogacar, die toch al ver voorstond in het algemeen klassement. 'Uiteindelijk helpt hij gewoon Pogacar. Want als je Pogacar de hele tijd op kop laat rijden, dan nog zal hij wellicht de sterkste zijn, maar dan ziet het er in ieder geval anders uit. Dit is totaal niet nodig. Voor wie of wat doen ze dit?' Uiteindelijk kon Pogacar in de laatste vijfhonderd meter ook nog versnellen richting de etappezege, waar Vingegaard genoegen moest nemen met de tweede plaats. Kuss finishte uiteindelijk op de zesde plaats, nadat hij vier dagen geleden voor het eerst een etappezege in de Tour de France boekte.
Lees het artikel op de mobiele website