Olav Kooij noteerde in de vierde etappe van de Ronde van Polen een verdienstelijke vijfde plek. Na een finale met de nodige hoogtemeters wist de jonge sprinter van Jumbo-Visma op een technische en lastige aankomst om de ereplaatsen mee te strijden.
Aanvankelijk was bij Jumbo-Visma niet het plan om met Kooij te sprinten. ‘Voorafgaand aan deze etappe dachten we dat deze aankomst te lastig zou zijn voor een pure sprinter als Olav”, vertelt ploegleider Maarten Wynants op de ploegsite. In het tweede deel van de etappe lagen een paar beklimmingen van ongeveer vier kilometer aan zo’n vijf à zes procent. Kooij reed op de laatste van de twee in de laatste posities, maar behield wel de aansluiting.
Nadat Mike Teunissen in de finale samen met Remi Cavagna een aanval plaatste – die mislukte – besloot Jumbo-Visma voor Kooij te gaan. De sprinter hield zich op de lastig aankomst goed staande, maar was niet opgewassen tegen onder andere Pascal Ackermann en Jordi Meeus. ‘Olav gaf uiteindelijk aan zich goed te voelen. Daarom hebben we besloten om vlak voor het eind de kaart van Olav te trekken. Het getuigt van veel klasse dat hij ook op een parcours als dit tot het einde mee kan doen om de knikkers. Het is andermaal een stap in zijn ontwikkeling’, looft Wynants zijn renner.
Toch was het voor Jumbo-Visma geen vlekkeloze finale. In de laatste drie kilometer was een stevige crash, waarbij Jumbo-Visma niet helemaal ongeschonden uitkwam. Tosh Van der Sande lag er namens de ploeg bij. ‘Op het eerste oog houdt hij er wat blauwe plekken en schaafwonden aan over. We zullen later moeten kijken wat de precieze gevolgen zullen zijn. Dat pechgeval verstoorde onze sprintvoorbereiding. Des te knapper is het dat Olav op een aankomst als deze bij de eerste vijf eindigt’, besluit Wynants.
Lees het artikel op de mobiele website