Merlier deelt klein sneertje uit aan andere spurters: 'Wij waren precies de enige die wilde sprinten'

| door Tom van der Salm

Tim Merlier ging zaterdag als absolute topfavoriet van start in de tweede rit van de Vuelta, maar moest uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Sam Bennett en Mads Pedersen. De Belg eindigde als derde. 'Ik had te veel energie verspeeld', was zijn conclusie.

VTM Nieuws ving de kopman van Alpecin-Deceuninck op na afloop. 'Liever had ik gewonnen', lachte hij als een boer met kiespijn. 'Ik zat in een goede positie, maar op 400-500 meter van de streep zat ik nog aan de buitenkant van de bocht. Ik moest een klein beetje inhouden en kwam in de wind. Ik mis ook nog wat punch, denk ik', was zijn eerlijke antwoord.

Merlier: 'Ik werd nog twee keer afgeremd'

'Of er iets fout liep in de sprint? Er gebeurt vanalles in een spurt hé, te veel om op te noemen', is het realistische antwoord van de Belg. 'Maar ik werd nog twee keer afgeremd door een elleboog en verloor snelheid. Op het moment dat ik wilde aangaan, had ik al te veel energie verspeeld. Die dingetjes spelen mee.'

'Maar Bennett reed ook gewoon een goede sprint. Wij waren precies wel de enige ploeg die wilde sprinten', deelt hij een klein sneertje uit aan de andere sprintersploegen na al het harde werk van zijn mannen. 'Maar goed, op naar morgen. Er zijn nog genoeg kansen.'

Bij Het Nieuwsblad vervolgt Merlier in iets minder milde toon: 'Ze waren bang zeker? Maar blijkbaar moeten ze toch niet bang zijn voor mij. Wij hebben het initiatief genomen want ik wilde sprinten en de ploegleiding ook. Maar er zijn toch nog genoeg andere spurters? Pedersen, Groves,... en dan Bennett. Zijn ploeg wou niet rijden en hij wint dan de etappe. Komaan hé. Als het zo verder gaat, krijgen we misschien morgen in Breda al de laatste spurtkans van deze Vuelta', zucht de Belg.

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen