Tadej Pogacar wist zaterdag op enerverende wijze de vierde etappe van Tirreno-Adriatico te winnen. De Sloveen sloeg daarmee een dubbelslag, daar hij ook de blauwe leiderstrui van Wout van Aert mocht overnemen. Na afloop deed de Tourwinnaar van 2020 zijn zegje in het flashinterview.
In de slotkilometer voelde Pogacar de hete adem van Simon Yates in zijn nek. De Brit kwam nog erg dichtbij, maar wist het gat toch niet te dichten. 'Ik was aan het vechten met mezelf in de laatste kilometers. Simon kwam nog erg dichtbij, maar ik heb het vol weten te houden tot aan de finishlijn. Ik heb alles gedaan wat ik kon en dat was heel zwaar', spreekt Pogacar.
Eerder wist Pogacar Egan Bernal en Geraint Thomas van zich af te schudden. 'Toen ik aanviel, probeerde ik los van iedereen te komen, zodat ik mijn eigen tempo kon rijden. Ik zag het gat groter worden en dat gaf me zeker nog wat extra motivatie, maar het was een hele lange weg naar de finish.'
Pogacar geniet nu van een voorsprong van 35 tellen op Van Aert, de nummer twee in het algemeen klassement. Of die voorsprong voldoende is? 'Elke seconde is er één, maar morgen staat ons nog een hele zware dag te wachten. Daarnaast staat er nog een tijdrit gepland. Ik denk dat het nog een hele spannende strijd gaat worden', aldus de winnaar van etappe vier.
Lees het artikel op de mobiele website