Tom Dumoulin maakt zijn rentree in de koers en daar is eigenlijk de hele wielerwereld blij mee. Toch zien sommigen ook nadelen. Zo ook zijn Belgische concurrenten op de Olympische tijdrit, de koers die hij als hoofddoel heeft bij zijn terugkeer.
In België, waar Wout van Aert en Remco Evenepoel de tijdrit rijden, worden de kandidaten voor de Olympische tijdrit gelijk gewaarschuwd. In Het Laatste Nieuws spreekt de Belgische bondscoach, Sven Vanthourenhout, over de consequenties van de deelname van de Nederlander aan de Olympische tijdrit. 'Ik wil geen druk in het kamp leggen, maar dat Dumoulin deelneemt aan de Olympische tijdrit betekent dat onze renners er meteen een geduchte concurrent bij hebben.'
Vanthourenhout gaat uit van een Dumoulin in goede vorm en ziet hem dan ook als een van de renners die kans maakt op eremetaal in Tokio. 'Hij heeft een break gehad, dus hij zit nu in een gezond lichaam.' Daar komt nog bij dat de renner van Jumbo-Visma enorm getalenteerd is, iets waar hij ook na een lange pauze op kan teren. 'Met zijn kwaliteiten en met zijn talent is hij een medaillekandidaat. En ik wil dat niet als een excuus gebruiken voor de twee medaillekandidaten die wij in Tokio hebben.'
In aanloop naar de Olympische Spelen hebben de tijdrijders een andere voorbereiding. Evenepoel en Dumoulin rijden geen Tour de France, terwijl Van Aert die wel rijdt. 'In theorie zijn renners die uit de Tour komen in het nadeel. Laat je het over aan de inspanningsfysiologen, dan zeggen die dat het beter is om twee weken van tevoren in Tokio te zijn, voor een betere aanpassing aan de temperatuur en om het tijdverschil te verwerken.' Vanthourenhout wil daar echter geen conclusies aan verbinden. 'De theorie stemt niet altijd overeen met de praktijk. Wie na de Tour mentaal in staat is om twee weken door te gaan, trekt vaak aan het langste eind.'
Lees het artikel op de mobiele website