Wout van Aert is samen met Tom Pidcock en Mathieu van der Poel één van de renners die laat zien dat een combinatie tussen meerdere fietsdisciplines geen nadelig effect hoeft te hebben. Toch denken nog steeds veel mensen dat hij moet kiezen, maar daar trekt de Belg zich niks meer van aan.
De 27-jarige Van Aert maakte in 2019 de overstap naar Jumbo-Visma en kent sindsdien een uitgebreid cross- en wegprogramma. Dat een combinatie van die twee tegenwoordig als iets positiefs wordt beschouwd, was even geleden nog niet denkbaar. Toen werd er volgens Van Aert vaak nog geroepen dat hij moest kiezen, maar na de laatste succesvolle jaren van hem, maar ook van Pidcock en Van der Poel, is die kritiek op de achtergrond verdwenen. 'We zijn de eerste generatie die laat zien dat het je iets extra's geeft wanneer je een andere weg volgt. Het is een beetje old school om te denken dat je alleen maar op een wielrenfiets moet rijden om wielrenner te worden. Ik denk dat het je iets extra's geeft als je veel andere dingen doet, vooral in de jeugd', zo vertelt hij bij Cycling Weekly.
Van Aert werd inmiddels drie keer wereldkampioen veldrijden, maar won ook al zes etappes in de Tour de France, Milaan-Sanremo, Strade Bianche en de Amstel Gold Race. Ook Van der Poel kent een indrukwekkend palmares en is naast vier keer wereldkampioen veldrijden, ook al winnaar van een Touretappe, de Ronde van Vlaanderen, de Amstel Gold Race en Strade Bianche. Vooral de Strade Bianche volgt snel op het wereldkampioenschap veldrijden en werd eerder gezien als moeilijk om te combineren. Van Aert en Van der Poel hebben echter het tegendeel bewezen. 'Mensen denken dat het niet mogelijk is om begin februari een wereldkampioenschap veldrijden te rijden en begin maart een klassieker op de weg. Ze zeggen dat het niet mogelijk is, omdat ze dat denken, maar niemand heeft het hiervoor getest. Ik denk dat we alle drie gewoon vrij koppig zijn.'
'Ik heb altijd gehoord dat ik moest kiezen tussen veldrijden en wegwielrennen'
Nu de 'veldrijders' de kritiek hebben gepareerd, is er volgens Van Aert ook weer kritiek op hoe hij dan zijn wegseizoen zou moeten invullen. 'Ik heb altijd gehoord dat ik moest kiezen tussen veldrijden en wegwielrennen, totdat ik liet zien dat het mogelijk was. Nu is het weer met andere verschillende dingen, zoals dat ik moet kiezen om klassementsrenner te zijn. Het belangrijkste is dat ik kies wat ik wil doen en wat mijn doelen zijn.' Dat veel mensen hem uiteindelijk willen zien rijden voor het klassement in de Tour de France, deert de Belg dan ook niet. 'Ik heb veel respect voor de jongens die het op die manier kunnen doen, maar ik heb doelen nodig die dichterbij zijn. Het zou me lui maken, omdat ik dan vijf maanden zonder echte focus zou rijden.'
Lees het artikel op de mobiele website