Bij Alpecin-Fenix hield men al voor de tijdrit in de vijfde etappe van de Tour de France rekening met Tadej Pogacar als belangrijkste rivaal voor het geel. Dat vertelt ploegbaas Christoph Roodhooft in Het Nieuwsblad. Voor Wout van Aert was men minder angstig.
Met Mathieu van der Poel in het geel, ging het de dag voor de tijdrit vooral over Van Aert. Die stond op 31 seconden van het geel en leek de belangrijkste kandidaat om het Van der Poel lastig te maken. Roodhooft geeft echter aan dat Van Aert in de dagen voor de tijdrit zijn eigen vorm stiekem prijsgaf. 'Van Aert spaarde zich de voorbije dagen in de sprintetappes om alles op de tijdrit te zetten, terwijl hij op zijn beste niveau al die doelen combineert. Nu leek het alsof hij met één pijl op zijn boog alles wilde rechttrekken.'
Roodhooft zag het gevaar meer in Pogacar en dat bleek ook in de praktijk. Van der Poel hield acht seconden over, mede door enkele lastminute veranderingen en goede begeleiding onderweg. 'Zijn stuur hebben we een beetje hoger gezet, dat soort dingen. We wisten altijd wel waar de fout zat. Wij hebben gewerkt op basis van cijfermateriaal, daarvoor hebben we een uitstekend performance team. Maar tegelijk luisterden we ook naar het gevoel van Mathieu. Hij heeft ook voor het eerst sinds lang met communicatie gereden. Zo konden we ook vanuit de volgwagen zijn positie bijsturen. Zonder dat daar grote geheimen aan te pas komen. Hoofd naar beneden houden, daar komt het op neer.'
Lees het artikel op de mobiele website