Mads Pedersen brandt van de ambitie voor 2022. In gesprek met Cycling Weekly doet de Deen zijn programma uit de doeken, waarin de focus zal liggen op de klassiekers en de Tour de France. Pedersen is naar eigen zeggen klaar de battle met de groten van de sport.
Wie de klassiekers zegt, wijst direct naar Mathieu van der Poel en Wout van Aert, maar Pedersen houdt z'n ogen wijd open. 'Het zou een fout zijn om alleen op hen te focussen. Er zijn heel veel andere goede renners en wanneer je alleen maar naar anderen kijkt in de koers, loop je altijd achter de feiten aan. Ik zie Van der Poel en Van Aert niet als de te kloppen mannen. Je hebt Van der Poel gezien in Parijs-Roubaix, waar hij op waarde werd geklopt door Sonny Colbrelli', aldus de renner van Trek-Segafredo, die in 2019 nog wereldkampioen werd.
'Natuurlijk zijn het de twee grootste sterren van het wielrennen op dit moment', zo vervolgt Pedersen. 'Maar dat is niet omdat ze alleen goed zijn in de klassiekers. Ze zijn gewoon over het algemeen genomen fucking goed.' Als Pedersen - in tegenstelling tot 2021 - op z'n fiets blijft zitten, ziet hij echter kansen voor zichzelf. 'De ploeg heeft een master plan en die volg ik. Hopelijk werkt het richting de grote doelen, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.'
Naast de klassiekers, waarin Pedersen een koppel zal vormen met goede vriend Stuyven, is de blik ook gericht op de Tour de France in 'zijn' Denemarken. Is de gele trui in eigen land haalbaar? 'Ik ben niet de favoriet voor de proloog in Kopenhagen, maar ik kan een goede proloog rijden. Hopelijk kan ik verrassen, ik wil er in ieder geval dichtbij zijn. Misschien kan ik dan in de Roubaix-etappe alsnog de gele trui pakken. Als ik ook nog een rit kan winnen, zou dat het droomscenario zijn.'
Lees het artikel op de mobiele website