De nieuwe generatie in het wielrennen zorgt voor een omslag als het gaat om koerstactiek en prestaties, maar ook aan de zakelijke kant verandert er een hoop in tijden van Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel. Hogere salarissen en langere contracten, volgens financiële experts een mooie ontwikkeling.
De contractverlenging van Pogacar bij UAE Team Emirates - tot het einde van 2027 aan zes miljoen euro per jaar - deed wat stof opwaaien. De Sloveen was echter niet de eerste die zo'n lang en lucratief contract tekende. Evenepoel ligt tot 2026 vast bij Deceuninck-Quick-Step, Wout van Aert tekende vorig jaar tot en met 2024 bij Jumbo-Visma en zelfs de piepjonge Juan Ayuso tekende al tot en met 2025 bij UAE.
'De budgetten stijgen, er is optimisme. In de maanden waarin niet werd gekoerst, betaalden de sponsors vaak minder, en ontstond de vrees dat een pak ploegen zou afhaken, maar dat is niet gebeurd', zo stelt sporteconoom Wim Lagae vast in Het Laatste Nieuws. 'Het voetbal moest het plots doen zonder inkomsten van tickets of business seats, daar heeft het wielrennen geen last van. Bovendien bleef de koers overeind als tv-sport. Dat er lange tijd geen publiek langs de weg stond, bleek niet storend voor het entertainment.'
Dat er veel sterke sponsoren in de wielersport zitten, zorgt ervoor dat ploegen meer en meer aan de lange termijn kunnen denken. Bovendien moeten ze de wereldtoppers meer betalen om ze uit de handen van de financieel krachtige concurrenten te houden. De nieuwe generatie toptalenten zorgt volgens Lagae voor het beslissende zetje. 'Er zijn jonge ambassadeurs opgestaan — Pogacar, Van der Poel, Van Aert, Alaphilippe, Evenepoel — die uitstekende reclame maken voor het wielrennen. Koers is spannender dan ooit, het product is aantrekkelijker geworden. Koers heeft een verhaallijn waar bedrijven graag rond werken.'
Lees het artikel op de mobiele website