De Tour de France begint op 6 juli in Brussel en dat mag iedereen weten. Iedereen hint naar een massasprint in de eerste etappe, maar de gele trui kan na afloop ook zomaar om de schouders van een verrassende aanvaller hangen. Het wordt listig en zwaar, en het kan alle kanten op.

De renners krijgen alle mooie plekjes van Vlaanderen en Wallonië te zien in een rit van 194,5 kilometer, met onder meer de Muur van Geraardsbergen, de Bosberg een heuvelachtig parcours richting Charleroi. Velen vinden het jammer dat de Vlaamse klimmetjes al in de eerste vijftig kilometer zitten en daar valt wat voor te zeggen. Anderzijds belooft het dus de hele dag stressvol te zijn en dat levert vaak de leukste etappes op. 

In de laatste veertig kilometer gaat het op en af en wordt het lastig om te controleren. Aanvallers kunnen hier voor hun kans gaan, want iedereen zit natuurlijk met goede benen. In de laatste kilometer loopt de weg nog smerig omhoog, voor een sprint op de macht. Wie hier als eerste over de meet komt, kan zich in het wielergekke Brussel laten huldigen als eerste drager van de gele trui.

De etappe kent één tussensprint, aan de meet zijn tien, zes en vier bonificatieseconden te verdienen.