De komende week krijgen we in Tokio weeral een hevige strijd om de medailles op de wieleronderdelen op de Olympische Spelen, die keer na keer aan status winnen. In de Leiderstrui dook in het rijke wielerarchief van IDL Retro om de meest recente Spelen in Azië op te halen, wat uitmondde in een zeer spannende strijd.
Waar de heren in Tokio al zes dagen na de laatste Touretappe aan de bak moesten, was dat in 2008 in Beijing helemaal anders. Destijds kregen de renners 'gewoon' de tijd om hun gezicht te laten zien in de vele criteriums, om vervolgens via de Clasica San Sebastian naar de Spelen toe te werken, waar het wielrennen slechts twee weken na de Tour aan bod kwam.
Gelijkenis met Tokio: Warm, hoge luchtvochtigheid, met zelfs een douche
De renners kregen op 9 augustus 2008 eenzelfde omstandigheden voorgeschoteld als dat de huidige generatie op 24 juli 2021 krijgen: warm en een hoge luchtvochtigheid. In Beijing kwam daar echter nog een extra factor bij: slechte lucht. Deze combinatie van factoren zorgde ervoor dat de renners tijdens hun race elke ronde een heuse douche over zich heen kregen, waarbij ieder voor zich de keuze had om onder het water door te rijden.
De Spanjaarden en Italianen startten in 2008 met selecties waar je U tegen zegt. Met name de Spanjaarden, met kopman Alejandro Valverde, de twee meest recente Tourwinnaars Carlos Sastre en Alberto Contador, drievoudig wereldkampioen Óscar Freire en Samuel Sanchez, oogden heel sterk. Italië stelde verdedigend olympisch kampioen Paolo Bettini, talent Vincenzo Nibali, klassiekerkoning Davide Rebellin en de klimmers Franco Pellizotti en Marzio Bruseghin op.
Het duurde echter niet lang voordat de hitte zijn tol begon te eisen. Spanje was binnen no time favoriet Óscar Freire kwijt door maagproblemen, waarna het werd genoopt tot een harde race voor de overige klimmers. Contador en Sastre pakten de handschoen op in de Chinese heuvels, waardoor de pas bij veel renners al afgesneden werd.
Topfavorieten Valverde en Bettini sneuvelen, maar Spanje en Italië domineren nog steeds
Het tempo van de Spanjaarden zorgde echter voor een ongewenst slachtoffer: hun eigen kopman Valverde kon het niet meer bijbenen, waardoor de ogen plots op schaduwfavoriet Sánchez, zesde in de Tour van dat jaar, gericht waren. Ook Bettini, wereldkampioen in 2006 en 2007, moest op een parcours naar zijn maat de groep laten rijden.
Dat gegeven zorgde ervoor dat een groepje schaduwkanshebbers er in de vroege finale onderuit muisde: Sánchez, Rebellin, Andy Schleck, Michael Rogers en Alexander Kolobnev. Zij pakten een flink aantal tellen voorsprong, terwijl Robert Gesink in de achtergrond de Nederlandse eer verdedigde op zijn kenmerkende vechtwijze.
Eén man wist in de slotmeters nog de sprong naar voren te maken: superhardrijder Fabian Cancellara, waardoor het aantal CSC-renners in de kopgroep op drie kwam. Drie op zes, maar uiteindelijk zouden ze drie, vijf en zes worden. In een thriller van een spurt was het namelijk verrassend Sánchez die de Spaanse eer hoog hield en Rebellin afhield. De nog altijd fietsende Italiaan werd echter later op het middel CERA betrapt, waardoor Cancellara opschoof naar zilver en Kolobnev het brons toegestuurd kreeg.
Door: Tom van der Salm - t.vandersalm@indeleiderstrui.nl
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties