...
Interview | Geheim van 'lefgozer' Groenewegen: 'Zonder mijn ouders was ik nergens geweest'
IDL-producties

Interview | Geheim van 'lefgozer' Groenewegen: 'Zonder mijn ouders was ik nergens geweest'

Interview | Geheim van 'lefgozer' Groenewegen: 'Zonder mijn ouders was ik nergens geweest'

Boksend rijdt hij door de straten van Parijs. Vechtend voor de beste positie op het ‘wereldkampioenschap voor sprinters.’ De lead-out van zijn concurrent stuurt weg. Even kijkt hij in het gezicht van Alexander Kristoff en gaat dan staan. Klap na klap gaat zijn locomotiefje harder, op weg naar de eindstreep der eindstrepen. Vertwijfeld gaat even de linkerhand omhoog, maar dan weet hij het: ik heb het eindelijk geflikt, nota bene op de Champs-Élysées! Er stond al genoeg op het palmares, maar opeens kende iedereen de naam: Dylan Groenewegen. Wie is dat Amsterdamse lefgozertje met die turbodijen? In de Leiderstrui sprak met de renner van LottoNL-Jumbo over zijn jeugd, de Tour, klassiekers, veranderingen en nog een keer de Tour.

Door: Guy Horrichs & Marijn van den Berge

'Zonder mijn ouders was ik nergens geweest'

De kleine Dylan werd al vroeg met het wielervirus besmet. Vader Gerrie was wielrenner, opa Ko voorzag de top van de wielerwereld van frames en zus Maxime reed alle meisjes op een hoop, totdat een ziekte roet in het eten gooide. Niet gek dus dat Dylan het ook wilde doen. ‘Ik heb nog wel een tijdje gevoetbald, maar ik vond het fietsen toch leuker. Als je won kreeg je zo’n grote beker, die kon je meenemen naar school. Ik wist vrij snel dat sprinten mijn sterkste punt was. Klimmen ging wel goed, tot ik bij de beloften échte klimmen moest rijden. Toen werd het lastiger.’

Vader Groenewegen was vanaf kleins af aan de privéchauffeur én mekanieker van Dylan. ‘Mijn ouders hebben me altijd geholpen. M'n vader reed me samen met mijn zus naar de wedstrijden en zorgde voor de laatste afstellingen aan mijn fiets.’ Moeder bleef achter in de fietsenwinkel in de Rivierenbuurt. Tot op de dag van vandaag krijgt Groenewegen alle hulp van de wereld. ‘Mijn vader doet vaak scootertrainingen met me, maar hij poetst ook mijn fiets. Hij heeft me altijd vrij gelaten. Ik moest vooral doen wat ik leuk vond. Hij hing nooit de iets te fanatieke vader uit. Zonder mijn ouders was ik nergens geweest. Ze hebben veel opgeofferd, geholpen en geïnvesteerd. Die mensen om je heen heb je wel nodig.’

'Ik wilde gewoon koersen en mijn ding doen'

Groenewegen begon met wedstrijdfietsen bij HSC De Bataaf, ‘maar daar hadden ze niet zo’n goed programma’. De overstap naar WTC De Amstel was snel gemaakt en daarna volgden Avia Cycling Team en Willebrord Wil Vooruit. ‘Bij Avia had ik het niet zo naar mijn zin. Het was een heel goede ploeg, maar niet geschikt voor mij. Het was te goed geregeld en ik moest al snel in ploegverband rijden. Ik wilde gewoon koersen en mijn ding doen. Dat vond ik terug bij Willebrord.’ Daarna volgde drie jaar De Rijke om vervolgens aan zijn prof-avontuur bij Roompot te beginnen.

‘Roompot liet me na één jaar gaan, zodat ik bij LottoNL-Jumbo kon rijden’, vertelt Groenewegen. ‘Er waren meerdere ploegen geïnteresseerd, maar ik brak mijn knie, waardoor er een paar afhaakten. Lotto had een heel strak plan met mij en een sprinttrein om me heen. Dat stond me aan.’ De successen bleven niet lang uit na de overstap. ‘Het is een fantastische ploeg, die erg goed is in de ontwikkeling van renners. Ze willen graag renners oppikken en ze groot maken. Ik ben daar een voorbeeld van, maar ook Primoz Roglic en een paar anderen.’

'Tour-zege logische stap in mijn ontwikkeling'

Het leidde Groenewegen naar de Tour de France van 2017 en het was het allemaal net niet. Achtereenvolgens werd de LottoNL-Jumbo-renner vijfde, zesde, zesde, derde en tweede. Die langverwachte en felbegeerde zege kwam pas in de laatste etappe. Niemand die er na de Tour van wakker lag dat het zo lang duurde, want in Parijs winnen was het mooiste wat ploeg en renner kon overkomen. ‘We hadden vooraf ingezet op een etappe, dus de druk nam al wat toe. Ik wist dat ik het kon, maar dan moet het wel nog even gebeuren. Dat het op de laatste dag gebeurt is extra mooi.’

Een perfecte sprint was het niet. ‘Ik had beter achter Kristoff kunnen gaan zitten, maar ik wou per se voor hem. Ik weet ook niet waarom. Zijn lead-out stuurde weg, dus ik kon achterom gaan kijken, maar dan zou alles er overheen klappen, óf ik kon gaan sprinten en zien waar het schip strandde.’ Dat pakte best aardig uit. ‘Of ik er sindsdien bij hoor? Lastig te zeggen. Wanneer hoor je er nou echt bij? Voor je het palmares van Cavendish hebt, moet je nog lang fietsen. Die zege was eigenlijk een logische stap in mijn ontwikkeling.’

Lees verder onder de video!

'Dan heb je het gevoel dat je een klote-Tour hebt gereden'

Zich ontwikkeld, dat heeft Groenewegen zeker. In 2018 zijn de zeges niet aan te slepen: etappes in de Ronde van Dubai, de Ronde van de Algarve, Parijs-Nice en bovendien de winst in Kuurne-Brussel-Kuurne. ‘We hadden hoog ingezet op Kuurne, maar dan moet je het nog wel even doen. Ik rijd daar een mooie sprint en dat is na een zware koers extra lekker. Het is vooral een bevestiging dat je ook in het klassieke werk je mannetje staat.’ Het grote geheim van dit succesvolle voorjaar? ‘Gewoon een beetje meer trainen. Dat kon ik vorig jaar misschien nog niet aan, maar nu wel. En ook op het gebied van voeding heeft de ploeg een stap gezet. De sprinttrein is sterker geworden, ik ben sterker geworden. Parijs heeft mentaal ook een rol gespeeld: het was een extra bevestiging.’

De grote concurrent in het voorjaar is tot op heden Elia Viviani. ‘Die heeft samen met mij het meest gewonnen. Maar met Kittel en Cavendish moet je altijd rekening mee houden. Cavendish heeft heel veel pech, zo’n periode heeft iedereen wel eens. Kittel wint wel twee keer, maar ik ben nog niet van hem onder de indruk.’ Samen met André Greipel zijn de grootste concurrenten voor de Tour van 2018 meteen genoemd. Een doel stellen voor de Ronde van Frankrijk is mede daarom lastig. ‘We willen gewoon weer een rit winnen. Dan mag je al tevreden zijn. Maar als je na die zege nog vier keer vierde wordt, sta je in Parijs met het gevoel dat je een klote-Tour hebt gereden.’

'Laat ze eerst de wegen eens wat veiliger maken'

Die Tour gaat Groenewegen wel in met een mannetje minder. De UCI heeft voor de veiligheid besloten dit jaar in koersen één renner minder op te stellen per ploeg. ‘Wat je vooral merkt is dat het lastig is om een klimmer en een sprinter mee te nemen naar een rondje. Beiden hebben hun mannetjes nodig en je moet ook iemand hebben die de hele dag op kop kan rijden’, verklaart Groenewegen, die aangeeft in de sprint weinig van die verandering te merken. De mening is in ieder geval duidelijk: ‘Ik vind het onzin en het slaat nergens op. Laat ze eerst maar eens de wegen wat veiliger maken. Je ziet in Milaan-Sanremo dat Cavendish op zo’n obstakel vliegt en dat ze in de finale van de Driedaagse de Panne tramrails hebben liggen, waardoor het elk jaar prijs is. Daar kunnen ze beter aan werken dan aan een man minder’, besluit Groenewegen het gesprek.

Het verdere programma van Groenewegen is deels al bekend. Onder meer de Scheldeprijs, de Ronde van Noorwegen, de ZLM Tour en nog een hoogtestage staan er op de planning vóór de Ronde van Frankrijk. Daarna volgt sowieso nog de Binckbank Tour. ‘Verder is het kijken hoe ik uit de Tour kom’, benadrukt Groenewegen.

Guy Horrichs (Twitter: @Guy177) & Marijn van den Berge (Twitter: @Marijnvdberge97)

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws