Cant had na horrorcrash in Parijs-Roubaix zestig hechtingen in haar hoofd: 'Blij dat mijn carrière niet voorbij is'

Het zag er ontzettend akelig uit: de val van Sanne Cant in Parijs-Roubaix. De Belgische renster van Fenix-Deceuninck was tijdens de volle finale het voornaamste slachtoffer van een grote crash in de favorietengroep. Tegenover Sporza vertelt Cant dat haar blessures redelijk meevallen en staat ze stil bij het feit dat ze veel geluk heeft gehad.

'Ik reed die dag met een supergoed gevoel rond en zat ook bij de topfavorieten', legt Cant uit, waarna ze ook toelicht hoe de val ontstond. 'Zo kijk ik terug naar die koers. Ik toonde er ook dat Roubaix me goed ligt. Ik probeerde te reageren, waardoor ik zelf wegschoof en ongelukkig op de achterwielen terecht kwam van de fietsen die er al lagen. Ik had beter niet gereageerd en me bovenop de hoop gelegd. Dan had ik waarschijnlijk minder blessures.'

Cant: 'Echt pijn heb ik niet gehad'

'Het gaat best goed met me', vertelt Cant. 'We hadden sowieso een rustperiode voorzien, dus in dat opzicht kwam het mooi uit. Een val komt natuurlijk nooit goed uit, maar mijn voorbereiding op de zomer wordt zo niet verstoord.'

Toch waren de opgelopen blessures niet mals. 'Ik heb veertien dagen thuis gezeten met iets meer verband rond mijn hoofd dan gepland. Ik heb enorm veel geluk gehad, want de wonden waren allebei vijf millimeter van mijn oog verwijderd. Het had zo kunnen uitpakken dat ik niet meer mocht fietsen door oogletsel. Echt pijn heb ik niet gehad. Maar als ik in de spiegel kijk, blijf ik hopen dat het allemaal weg zal gaan. Momenteel trek ik me op aan het feit dat het veel erger kon zijn.'

Zestig (!) hechtingen moesten uiteindelijk voor heling zorgen, vertelt de 32-jarige Belgische. 'Voor hetzelfde geld was het gedaan met fietsen voor de rest van mijn leven. Dus in dat opzicht vind ik twee weken niks doen niet erg. Ik ben blij en opgelucht dat mijn carrière niet voorbij is en ik me volgend jaar in Roubaix opnieuw kan tonen.'