Van Dijk weer op de weg terug: ‘Fietsen is iets anders dan trainen’

Ellen van Dijk kwam in september tijdens de Boels Ladies Tour hard ten val en liep daarbij de nodige botbreuken op. Ze zag daardoor het WK-tijdrijden in Yorkshire in het water vallen. In gesprek met Cyclingweekly blikt ze terug op haar zware revalidatie.

Waar wielrenners na een valpartij gelijk hun fiets weer willen pakken om verder te rijden, was het voor Van Dijk al snel duidelijk dat het niet goed zat. Toch probeerde ze in eerste instantie op te staan, want de koersdokter zei dat het wel goed zat. Het opstaan lukte echter niet en in het ziekenhuis bleek dat er wel serieuze schade was. ‘In het ziekenhuis vertelden ze mij dat mijn bekken op twee plaatsen gebroken was. Daarnaast had ik ook een breuk in één van mijn bovenarmen.’

In het begin van de revalidatie haalde de tijdrijdster haar motivatie nog wel uit kleine dingen. Ze kon immers ook vrij weinig doen. Toen ze daarentegen na twee maanden weer kon fietsen, kwam de ambitie om te gaan trainen ook weer naar boven, maar dat was té enthousiast. ‘Ik dacht dat als je kan fietsen, je ook kan trainen. Dat bleek echter niet het geval. Ik moest nog twee maanden revalideren voordat ik weer echt kon trainen. Ik had niet verwacht dat het zo lang ging duren en dat vond ik mentaal het zwaarste.’

Sinds januari maakte Van Dijk weer de nodige lange trainingstochten en ging ze ook op trainingskamp in Mallorca met haar ploeggenoten van Trek-Segafredo. Trainingsuren die ze hard nodig zal hebben om fit aan de start te staan van de klassiekers en te strijden voor een plaats in de olympische-selectie. Ze maakt dit weekend haar rentree. (Foto: ProShots)