Van Aert baalt nog steeds van WK: 'Belangrijkste doel voor komend jaar'

Wout van Aert stelt dat de zege in Strade Bianche op 1 augustus de basis was voor een geweldig seizoen. In gesprek met Tutto Bici wijst hij op de enorme vertrouwensboost, die hij kreeg na de zege in Toscane. Ook gaat hij in op zijn andere prestaties.

'Ik won die dag niet alleen een wedstrijd, maar ik kreeg ook het vertrouwen in mezelf voor de races die erna kwamen', vertelt Van Aert, die ook zegevierde in onder meer Milaan-Sanremo, de Dauphiné en de Tour de France. Na een enorme blessure in 2019 en alleen de Omloop Het Nieuwsblad als racedag in de benen in 2020, was Strade Bianche het omslagpunt. 'Ik had weer het volledige vertrouwen in mijn kunnen, waardoor die races makkelijker waren.'

'Ik wilde onmiddellijk weg, maar kon Primoz niet achterlaten'

Dat hij in de Tour de France niet drie weken voor eigen kans mocht gaan, vond Van Aert geen probleem. 'Ik heb de kans gekregen om twee etappes te winnen en ik haalde veel voldoening uit het werken voor een renners als Primoz Roglic. Het was erg leuk, al is het niet makkelijk om terug te denken aan die tijdrit naar La Planche des Belles Filles. Na een zeer zware Tour is het vreselijk om zo te verliezen. Ik wilde onmiddellijk weg, maar ik kon Primoz niet achterlaten. Ik heb op hem gewacht en heb een arm om zijn schouders geslagen als troost.'

De volgende teleurstelling volgde bij het WK. Van Aert werd twee keer tweede en vooral het zilver in de wegwedstrijd deed pijn. 'De teleurstelling was groot, dat geef ik toe. Ik heb de eerste dagen na het WK veel nagedacht over die zilveren medaille, ik zag het als een nederlaag. Als ik alles nu goed analyseer, heeft Julian Alaphilippe de Tour gereden als voorbereiding op het WK en dat was voor mij anders. Ik zal er volgend jaar zeker weer voor gaan. Het parcours in België is perfect voor mij. Wereldkampioen worden op de weg is mijn belangrijkste doel voor komend jaar.'