Vingegaard juichte als jonge Jonas voor Riccò: 'Maar de liefde was snel weer bekoeld'

Jonas Vingegaard is vandaag de dag zelf iemand die podium kan rijden in grote rondes, maar de 25-jarige Deen van Jumbo-Visma was ooit ook zelf klein en ambitieus. In een interview met Wielerrevue doet hij uit de doeken wie in zijn jeugdjaren zijn grote idool was. Spoiler: diegene was geen lang leven in het peloton beschoren.

'De liefde was snel weer bekoeld, maar mijn eerste wielerheld was Riccardo Riccò', zo biecht Vingegaard op. Riccò kon klimmen zoals niemand dat kon, de Italiaan liet monden open vallen als hij aanviel en razendsnel omhoog vloog. Naar later bleek deed hij dat niet op een bruine boterham met kaas, meet dat wist Vingegaard in die periode natuurlijk nog niet. 'Verder vond ik Alberto Contador een mooie renner. In die jaren ben ik ook zelf begonnen dromen over winst van de Tour de France. Het was heel speciaal om vorig jaar zelf op het podium in Parijs te staan.'

Vingegaard dankt 'vriend' Roglic

Dat Vingegaard er tegenwoordig in slaagt om klassementen te rijden, dankt hij aan zijn ploeg Jumbo-Visma en dan in het bijzonder Primoz Roglic. De Sloveen is zijn ploeggenoot en mede-kopman voor de Tour de France, maar Vingegaard noemt hem bovenal 'een vriend'. 'Hij heeft me onwijs geholpen, ja. Ten eerste door gewoon te laten zien hoe hij werkt, maar ook omdat we zulke goede vrienden zijn geworden. Hij is een geweldig persoon en we hebben ook in het naseizoen contact gehouden. Om even te informeren hoe het gaat. Primož is iemand die goed weet hoe hij mij kalm moet krijgen. Ik zou niet weten hoe hij dat doet, maar dat komt denk ik puur door de persoon die hij is. Zelfs tijdens de afgelopen Tour de France – na een grote teleurstelling voor hem – bleef hij berichten sturen. Heel speciaal.'