Vingegaard wil vlammen op Angliru, en daar zit een persoonlijk verhaal aan vast: 'Eerste keer dat ik me heb laten zien'

Na een brute dag was er even een rustdag voor Jonas Vingegaard: richting Los Corrales de Buelna kon de Deen zich kalm houden in het peloton. Dat was ook wel nodig, want op vrijdag volgt de koninginnenrit van de Vuelta a España: de Alto del Angliru staat op het programma. Een ware moordklim, en de rode truidrager hoopt er een mooi kunststukje neer te zetten.

De twaalfde rit werd gewonnen door Juan Ayuso. Zo heeft UAE Team Emirates - XRG al vijf ritzeges, en leidt Jay Vine ook nog eens het bergklassement. Terwijl bij Visma | Lease a Bike iedereen om Vingegaard heen zit, krijgt men bij de concurrentie meer vrijheid. Maar daar is de Deen niet mee bezig. 'Wij focussen alleen op onszelf', vertelt hij in het flash interview. 'We hebben de rode trui en twee ritzeges. Vandaag lag de focus op geen tijd verliezen. Vandaag, en voor de rest van de Vuelta, kunnen we heel blij zijn met hoe het gaat.'

Na 12 dagen zou het gehele klassement zomaar op zijn kop kunnen staan op vrijdag. De Angliru is de slotklim, en daar heeft Vingegaard goede herinneringen aan. In 2023 werd hij tweede, maar in 2020 was hij als broekie al 14e op de verschrikkelijk steile klim. 'De Angliru is een brute klim en heel, heel lastig. Het was de eerste keer dat ik mezelf op een manier heb laten zien, denk ik. Morgen is de derde keer, hopelijk heb ik goede benen.'

Lees verder onder de foto!

Vingegaard: 'Het zou een droom zijn om te winnen op de Angliru'

Hij maakte vijf jaar geleden zijn debuut in een grote ronde, maar nu staat hij heel anders voor de rit. De tweevoudig Tourwinnaar hoopt uit te kunnen halen op een klim die hem heel goed ligt, zo wijst de geschiedenis uit. 'We zullen zien hoe de benen voelen morgen, maar het zou een droom zijn om te winnen op de Angliru, het is een van de meest iconische beklimmingen in de Vuelta.' Momenteel heeft Vingegaard een voorsprong van 50 tellen op naaste belager João Almeida: Tom Pidcock volgt op 56 seconden.