Boom over mindere laatste jaren: 'Ik voelde me nooit meer helemaal fris'

Waar Lars Boom met het winnen van het NK wielrennen en een etappe in de Vuelta a Espana het profpeloton als een komeet binnen raasde, vlakten zijn prestaties door omstandigheden in het latere verloop van zijn loopbaan af. In de podcast Live Slow Ride Fast van Laurens ten Dam vertelt Boom openhartig over zijn wielerloopbaan.

Over Boom wordt vaak gezegd dat hij té weinig uit zijn carrière haalde. Hij werd gezien als hét grote talent, maar ook als een tikkeltje lui. Boom heeft daar zelf een andere kijk op. ‘Het grote talent vind ik wat overdreven, want ik heb altijd hard moeten werken om goed te zijn. Ik kon mij altijd heel erg focussen op een bepaald doel, daarna had ik gewoon tijd nodig om bij te komen.’

Boom: 'Vroeger deed ik dat elke week'

In de podcast komen ook de zware trainingen van Boom op de crossfiets en achter de brommer van zijn vader aan de orde. Waar hij die in het grootste deel van zijn carrière met regelmaat uitvoerde, werd dat in de laatste jaren minder. Dat had onder andere te maken met zijn mindere focus op de cross, waardoor het ritme van de trainingen, die hem zover brachten, wegviel. ‘Maandag had ik fitness en een beetje fietsen, dinsdag brommertraining, woensdag crosstraining en dat vormde samen een ritueel waar ik mij aan vasthield. Vroeger deed ik dat elke week, maar later werd dat minder.’

Eind 2017 kende Boom met het winnen van de Tour of Britain en een etappe in de BinckBank Tour een sterke periode en hoopte hij dat door te zetten. Hartritmestoornissen gooiden echter roet in het eten. Hoewel hij een succesvolle behandeling onderging, voelde hij daarna nooit meer de kracht en energie die hij eerder in wedstrijden wel had. ‘Na mijn ablatie was het gevoel nooit meer wat het moest zijn. Ik voelde me nooit meer helemaal fris, en dat heb je wel nodig om écht hard te rijden. Het was bij momenten nog wel goed, maar niet meer zoals het moest zijn.’ (Foto: Sirotti)