De nieuwe wielerkalender van de UCI heeft niet alleen maar blije gezichten opgeleverd. Met bijna iedere dag koers in drie maanden tijd wordt het voor de ploegen een enorme onderneming om overal goed voorbereid aan de start te staan.
Het gaat hierbij niet eens om de renners, die bereiden zich op hun eigen manier wel voor op het seizoen. Uit een artikel van Het Laatste Nieuws blijkt vooral dat het circus achter het peloton voor problemen kan zorgen. Julie Verrept van de logistiek bij Deceuninck-Quick-Step noemt het 'een organisatorische nachtmerrie'. Het aantal ploegwagens is een probleem, maar ook het aantal fietsen, de vluchten en het aantal stafleden. 'In principe gaan wij met drie ploegleiders naar elke grote ronde, maar in totaal hebben we er maar zes, dus zijn ze met de Giro en de Vuelta eigenlijk al op', aldus Verrept.
Lotto Soudal: 'Het is een serieuze denkoefening'
Coaches van de ploeg zullen in de ploegleiderswagen moet stappen als op 25 oktober een Giro-etappe, een Vuelta-etappe en Parijs-Roubaix worden verreden. Frederik Willems, ploegleider bij Lotto-Soudal, ziet de problemen ook: 'Als je topprestaties van je renners wil, moet je maken dat de omkadering en het materiaal ook tiptop in orde zijn. Het is een serieuze denkoefening. Een goeie voorbereiding is in dit geval de sleutel tot succes. Wij moeten nu maken dat we over vijf maanden aan niks meer moeten denken behalve aan de koers zelf.'
Overdreven? Niet echt. Op de eerder genoemde 25 oktober wordt er veel gevraagd van een wielerploeg die in de Giro, Vuelta en Parijs-Roubaix top wil presteren. Drie bussen, drie vrachtwagens, veertien auto's, 71 fietsen, zeven ploegleiders, elf mecaniekers en twaalf verzorgers. Het is slechts een kleine greep uit het door HLN opgestelde lijstje met benodigheden. (foto: Sirotti, 2019)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties