...
Column | Namens Nederland: Kom maar op met dat WK (en alle volgende WK’s)
Opinie

Column | Namens Nederland: Kom maar op met dat WK (en alle volgende WK’s)

Column | Namens Nederland: Kom maar op met dat WK (en alle volgende WK’s)

Leon van Bon. 1997. San Sebastian. De laatste Nederlandse medaille bij het WK op de weg, bij de mannen wel te verstaan. In de laatste twaalf jaar kwam het maar één keer voor dat er geen Nederlandse dame op het podium stond namelijk. Daar kan de komende jaren zomaar verandering in komen.

In het tijdrijden zijn de medailles wat recenter met het goud en brons van Tom Dumoulin en de bronzen plak van Stef Clement. Maar het summum is toch altijd de wedwegstrijd. Tom Leezer die bijna de wereldtitel binnensleepte, de zes medailles van Alejandro Valverde (maar nooit die gouden plak), de editie van Rui Costa waar Valderde en Joaquim Rodiguez elkaar als landgenoten tegenwerkten... Altijd weer de spanning wie het wordt, of een landgenoot het redt, het onbegrip voor een land zonder favorieten dat op kop rijdt en de traditionele vlucht met veelal renners waarvan 95% van de wielervolgers nog nooit gehoord had.

De kopgroep van 2015 bijvoorbeeld zat vol met van die prachtige namen. Andrei Kripta, Ivan Stevic, Sung Baek Park, Conor Dunne , Sergei Tvetcov, Ben King, Carlos Alzate en Jesse Sergent. Inmiddels kennen we er een paar, en Mollema één in het bijzonder. Meestal krijgt de kopgroep bij een WK ook nog eens een megavoorsprong waardoor het wel eens de vraag is of het peloton gedubbeld gaat worden op het lokale parcours dat vaak wordt verreden.

In de pakweg vijftien jaar dat ik het wielrennen volg, heb ik nooit het gevoel gehad dat een Nederlander wereldkampioen zou worden. Lars Boom deed een keer goed mee, Niki Terpstra was de laatste jaren een gevaarlijke outsider, Robert Gesink was vaak van de partij en Michael Boogerd eindigde vaak bij de eerste twintig en een paar keer bij de eerste tien. Maar die uitschieter kwam er maar niet. Het voelde in al die jaren toch vaak als een kleine anticlimax.

Nederland WK-favoriet?

Dit jaar is het klimmen geblazen op het WK. Het is, in ieder geval op papier, één van de zwaarste WK’s ooit. En dat WK kan eigenlijk niet op een beter moment komen. De Nederlanders zijn in het wielerpeloton altijd vertegenwoordigd als er ergens een aankomst bergop wordt betwist. Robert Gesink (die helaas geblesseerd af moest haken), Sam Oomen, Antwan Tolhoek, Steven Kruijswijk, Tom Dumoulin, Bauke Mollema, Wout Poels, Pieter Weening en Wilco Kelderman. Het is een luxe van jewelste voor een land dat lange tijd absoluut niet breed in de klimmers zat.

Een Dumoulin die na een geslaagde Giro en Tour zich volledig kan focussen op het WK, Mollema die zich als vrijbuiter in de Vuelta kan prepareren, Kelderman die nog fris is en met wat supercompensatie naar Oostenrijk afreist, Poels die dan toch een keer voor zichzelf mag rijden en Oomen en Tolhoek die dit jaar indruk maakten en hun neus meermaals aan het venster staken in het hooggebergte. De kwaliteit van de selectie is indrukwekkend. De Nederlandse kansen op eremetaal zijn misschien wel groter dan ooit. Dus namens Nederland zeg ik: Kom maar op met dat WK!

Oh en trouwens, we hebben ook nog één van de beste sprinters van het peloton in Dylan Groenewegen, met de doorgebroken Fabio Jakobsen als fraai alternatief. En we hebben met Niki Terpstra, Dylan van Baarle en Mike Teunissen mannen die in een WK gemaakt voor de klassieke renners mee kunnen doen voor de prijzen. En dan is er ook nog Matthieu van der Poel die in elke wedstrijd waar er getrapt moet worden op pedalen meedoet voor de prijzen. Kom dus ook maar op met al die volgende WK’s. (foto: Team Sunweb)

0 claps
0 bezoekers

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws