Roodhooft over ingewikkelde puzzel Van der Poel: 'We leggen hem wel'

Mathieu van der Poel wil het allebei: het rijden van de Tour de France en mountainbiken op de Olympische Spelen. De twee wedstrijden volgen elkaar echter zo snel op, dat een optimale voorbereiding, vooral voor het mountainbiken, nagenoeg niet mogelijk lijkt.

De Tour eindigt op 18 juli, waarna Van der Poel snel in het vliegtuig naar Tokio zal moeten. Het onderdeel cross-country van het mountainbiken vindt namelijk negen dagen later plaats (27 juli). Met een tijdsverschil met Japan van negen uren, moet die tijdsperiode net voldoende zijn om de jetlag te verteren. Het is echter vooral het gebrek aan training en wedstrijden op de mountainbike dat Van der Poel kan opbreken tijdens de Spelen. ‘Feit is dat Mathieu ook al in het voorjaar zal moeten mountainbiken. Als je als één van de topfavorieten aan de start wilt komen in Tokio, kan en mag die olympische race nooit je enige competitie van het jaar zijn. Er zullen voorbereidingswedstrijden moeten worden ingepast’, vertelt ploegleider Christoph Roodhooft in gesprek met Het Laatste Nieuws.

Het inpassen van mountainbike-wedstrijden in de kalender van Van der Poel is volgens Roodhooft een stuk makkelijker geworden met het winnen van de Europe Tour. Daardoor heeft Alpecin-Fenix volgend jaar startrecht in alle WorldTour-koersen. ‘Hét grote voordeel daarbij is dat we nu een mooi uitgetekende agenda voor ons hebben liggen. De voorbije jaren bleef het altijd lang vaag waar we al dan niet startrecht zouden krijgen. Nu weten we exact wat er op ons afkomt.’

Roodhooft: 'Kijk hoe vlot het Mathieu is vergaan in Vlaanderen'

Roodhooft gaat ook nog kort in op de verwachtingen van Van der Poel voor de Tour. ‘Winnen in de Tour zal niet vanzelfsprekend zijn. Maar kijk hoe vlot het Mathieu is vergaan in de Ronde van Vlaanderen. Sommigen hebben zeven, acht jaar ervaring nodig om in aanmerking te kunnen komen voor de zege. Hij werd vorig vierde. En dit jaar won hij. Veel heeft te maken met voorbereiding. Onze kracht is: we onderschatten niets. Wát we doen, proberen we zo optimaal mogelijk te doen. En doen we tot dusver ook goed’, besluit Roodhooft. (Foto: Sirotti)