Affini rijdt zich dolgraag leeg voor Van Aert en Roglic: 'Wout weet wat hij wil, Primoz iets nerveuzer'

Edoardo Affini zit helemaal op zijn plek bij Jumbo-Visma, zo vertelt hij aan Bici. De 26-jarige Italiaan heeft zijn tweede seizoen bij de Nederlandse ploeg achter de rug en dat was beide seizoenen met groot succes. Winnen deed hij nog niet voor zichzelf, maar hij geniet tegelijkertijd optimaal van de vele successen van zijn ploeggenoten.

'Het was een goed seizoen voor mij en voor de ploeg', zo begint Affini. 'Er waren ups en downs, met als hoogtepunt het dragen van de rode trui in de Vuelta a España en de overwinning daar in de ploegentijdrit. En ik werd tweede in een rit in de Giro. Maar het was ook geweldig om voor anderen te werken, bijvoorbeeld voor Wout (van Aert, red.) in Omloop Het Nieuwsblad en de E3. Tegelijkertijd kreeg ik twee keer te maken met Covid-19. In februari schopte dat mijn ambities voor de klassiekers wat in de war en in de Vuelta moest ik opgeven. Ik had nergens last van, maar het was teamprotocol.'

Affini ziet in Van Aert en Roglic verschillende leiders

Volgens Affini is het heerlijk om voor Jumbo-Visma te rijden, omdat de ploeg onoverwinnelijk oogt. 'Dat gevoel was er vorig jaar al, maar dit jaar nog meer. We staan overal aan de start om te winnen en rijden allemaal vol voor onze leiders. Daar komt bij dat we ijzersterke kopmannen hebben, waardoor andere ploegen ons ook laten controleren en domineren. "Laat hen het maar regelen", zeggen ze dan. Maar bijvoorbeeld in de Ronde van Vlaanderen hebben we ook aanvallend gekoerst, ondanks dat Wout niet meedeed door corona.'

'We zijn een collectief', omschrijft Affini het. 'Ik rijd hier nu twee jaar en ik weet dus niet hoe het hiervoor ging, maar ze vertellen me hier dat we afgelopen twee seizoenen grote stappen hebben gezet. Dat zit vooral in de manier van koersen. Iemand als Wout weet wat hij wil. Hij is niet iemand die je alles komt uitleggen, maar hij is wel in staat het beste in iedereen naar boven te halen, ieder voor hun specifieke taken. Dat besef je pas later, dan merk je dat je echt alles voor hem wil geven. Roglic is ook een leider, maar anders dan Van Aert. Primoz praat meer met ons, hij is iets nerveuzer. Hij zegt soms dat hij zich niet goed voelt, terwijl dat niet altijd zo is.'