Jonas Vingegaard open over doping, testen (en eentje die hij er ooit miste): 'Mobiel lag in de keuken'

Jonas Vingegaard heeft er totaal geen problemen mee dat hij als wielrenner vaak getest wordt op doping. De Deen vertelt in een interview met Ekstra Bladet dat hij graag wil dat de wielersport schoon is en blijft, al miste hij in zijn carrière ook weleens een test.

Vingegaard, die na twee oppermachtige Tour de France-eindzeges regelmatig met de dopingvraag werd geconfronteerd, is er altijd nuchter onder gebleven. Dat hij ook nu in de vakantie iedere dag in een app moet aangeven waar hij verblijft om te worden getest, is ook geen probleem. Helemaal omdat hij in het verleden (in 2019) weleens iemand aan de deur miste. 'Ik had mijn mobiel in de keuken laten liggen en onze deurbel deed het niet. Ze probeerden mij te bellen, maar ik kon niet opnemen. Dat was niet fijn, maar twee dagen later kwamen ze alsnog', zegt de leider van Jumbo-Visma.

Vingegaard heeft begrip voor dopingkritiek

Vingegaard kreeg er geen straf voor, want zoiets kan een keer gebeuren. Renners moeten altijd en overal scherp en bereikbaar zijn. 'Ik heb er wel over nagedacht, om te kunnen voorkomen dat zoiets nog eens gebeurt. Het is allemaal niet zo moeilijk, je moet het alleen altijd onthouden. Als je thuis bent, is het niet zo ingewikkeld. Het is goed dat we voortdurend worden getest en het helpt ook bij mij. Dat die tests telkens weer negatief zijn. Al is dat ergens een hol begrip, omdat de renners twintig jaar geleden ook werden getest.'

Valsspelen kan altijd, weet ook Vingegaard. Hij staat ook in de spotlights als Tourwinnaar, en hij gaat de criticasters niet tegenspreken. 'Renners hebben destijds valsgespeeld en dus geloven mensen dat ze het nog een keer zullen doen, ook al test ik nooit positief. Als je wint, word je getest, ook als je de leiderstrui draagt. Ik denk dat ik in 2023 zo'n zestig á zeventig keer getest ben, zoiets. Soms is dat gewoon een urinetest, maar soms ook bloedonderzoek, of allebei.'