Een prima voorjaar, een gigantische zege in de openingsetappe van de Tour de France, een al snel daarop volgende valpartij en nog een prima najaar dankzij een uitstekende Vuelta a España: dat is het seizoen van Jasper Philipsen in vogelvlucht. De 27-jarige sprinter van Alpecin-Deceunick heeft daarom genoeg om na te bespreken en keek in gesprek met TuttoBici ook al vooruit, naar 2026, de concurrentie en wat voor type renner hij nou wilt zijn.
De kalender voor 2026 is nog niet gemaakt, maar wat Philipsen de komende weken doet, weet hij wel. 'Na Singapore ben ik even thuis, want het is een druk jaar geweest met veel reizen. In december vlieg ik waarschijnlijk naar Spanje, waar het weer goed zou moeten zijn voor een goede training en om te beginnen met de voorbereiding op 2026.'
Die voorbereiding mag de Belg redelijk zelf invullen. 'Als team zijn we redelijk onafhankelijk in het indelen van onze voorbereiding zoals we dat willen. Aan de ene kant is dat fijn, omdat we wat vrijer zijn en mentaal gezien, doordat we onze families bij ons kunnen hebben, is de periode minder belastend. Maar aan de andere kant betekent het ook dat je meer verantwoordelijkheid neemt, omdat het aan jou is om je goed voor te bereiden.'
Lees verder onder de foto!
Philipsen lovend over nieuwe generatie sprinters: 'Magnier zijn niveau is zeker erg hoog'
2025 werd met winst in Kuurne, een etappe in de Baloise Belgium Tour, een etappe in de Tour én het geel, drie etappes in de Vuelta en winst in de Münsterland Giro een succesvol jaar voor Philipsen, maar zijn zware val in de Ronde van Frankrijk zal bij velen ook ongetwijfeld bij zijn gebleven. 'Je moet mentaal sterk zijn om terug te komen en je motivatie terug te vinden', heeft de Belg daarvan geleerd.
'Dat hoort nu eenmaal bij het moderne wielrennen', gaat de Vlam van Ham verder over valpartijen. 'Dat geldt ook voor de snelheden, die, hoewel ze veilig zijn gebleven, enorm zijn gestegen. Dit maakt alles zeker riskanter en vergroot ook de kans op bepaalde ongelukken. Je probeert altijd in het zadel te blijven, maar in bepaalde situaties is de concurrentie groot en dat maakt het moeilijker om te slagen.'
De concurrentie is met mannen als Paul Magnier, Olav Kooij en Matthew Brennan afgelopen jaar flink toegenomen. Hoe kijkt Philipsen daarnaar? 'Magnier bleek erg sterk in het laatste deel van het seizoen en won veel wedstrijden, dus zijn niveau is zeker erg hoog. We zullen zien wat hij in de toekomst doet', klinkt het lovend.
Ook over de anderen heeft de Belg lovende woorden. 'Deze jongens groeien absoluut elk jaar verder en zullen binnenkort op topniveau zijn, terwijl je elk seizoen ouder wordt, dichter bij het einde van je carrière komt en je jezelf steeds meer tot het uiterste moet drijven om tegen iedereen te kunnen concurreren, of je nu jong of ervaren bent', relativeert de spurter.
Lees verder onder de foto!
Pure sprints, of het klassieke werk? Philipsen balanceert tussen beiden
Aan het einde van zijn carrière komt Philipsen ook een beetje bij een kruising: wil hij zijn absolute vermogen ophogen om pure sprinters als Jonathan Milan en Tim Merlier te verslaan, of richt hij zich toch meer op het klassieke werk? 'Dit is iets waar we ook met de ploeg over praten. De ploeg probeert me meer richting de klassiekers te pushen, vooral aan het begin van het seizoen, en daardoor focus ik me natuurlijk minder op pure sprints.'
'Maar dat is geen probleem', benadrukt de Belg. 'Mee kunnen doen om de overwinning in wedstrijden waar ik van droom, zoals Roubaix, is echt heel fijn en maakt het makkelijker om me op dat soort wedstrijden te concentreren. In de tweede seizoenshelft verandert dat echter, want het doel blijft de Tour', is Philipsen eerlijk.
In zijn droomkoers Roubaix zagen we sinds dit jaar ook Tadej Pogacar koersen. Toch lijkt Alpecin-Deceuninck zich daar geen zorgen om te maken. 'We letten niet echt op onze tegenstanders, maar als Tadej aan de start verschijnt, is hij zeker een van de grote favorieten. Hij is bijna onverslaanbaar, maar ik denk dat we met het team dat we hebben en de aanwezigheid van Van der Poel, in staat zijn om ons teamwerk te laten zien en te proberen hem te verslaan.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties