Teunissen wil er na twee pechjaren weer staan voor Van Aert: 'Dan maar geen kopman'

Mike Teunissen hoopt dat hij deze winter een goede voorbereiding kan afwerken, zodat hij in 2022 weer de vorm uit 2019 kan terugvinden. De Nederlander van Jumbo-Visma won in dat jaar nog een Touretappe en droeg het geel, maar in 2020 en 2021 ging het door valpartijen en blessures nooit echt lekker. Kopman Wout van Aert kan komend seizoen echter rekenen op een gemotiveerde knecht.

Teunissen denkt met een goede winter een stap te kunnen zetten, één waarvan hij beaamt dat die er in de afgelopen twee jaar niet was. Was hij in 2019 nog schaduwkopman achter Van Aert, in 2022 zal hij zijn plek weer moeten verdienen. 'Een kopmanschap met mijn huidige prestaties is totaal niet reëel, zeker niet met Wout in de ploeg. Het is ook niet iets waarmee ik me bezighoud. Het is meer dat mijn niveau beter moet worden. Dat ik altijd in een beslissende groep terecht kan komen, ze mij er niet afschieten en dat het mij van daaruit perspectieven biedt. Dan hoef ik niet eens kopman te zijn. Ik denk juist dat het mijn positie versterkt als ik dat niet ben', zo vertelt hij aan Wielerflits.

De 29-jarige Teunissen zou dolgraag weer finales rijden, om daarin 'het spel' te spelen, samen met Van Aert. 'Dan is er heel veel mogelijk. Anderzijds heb ik er ook helemaal geen problemen mee om iets voor Wout te doen. Sterker nog: dat doe ik al twee jaar, dat gaat best goed en we kunnen het met elkaar ook goed vinden. Maar natuurlijk blijf ik het ook mooi vinden om voor mezelf kansen te creëren. En daarvoor moet er nog een klein schepje bovenop. Daar ben ik eigenlijk al twee jaar naar op zoek. Dat is er nog niet van gekomen, maar daar blijf ik naar zoeken. Ik ben ieder jaar beter geworden, tot ik blessureleed begon te ondervinden. Nu hopelijk voorlopig niet meer.' Hij sluit veelzeggend af: 'Dan maar geen kopman. Ik ben en blijf hongerig, juist na de laatste twee jaar.'