Waarom rijden er zoveel goede jongeren rond in het peloton? De wielerfans worden ruim bedeeld met onder meer Egan Bernal, Remco Evenepoel, Tadej Pogacar, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Wereldkampioen Mads Pedersen is ook nog maar 23. De Standaard vroeg het enkele kenners.
Marc Lamberts, inspanningsfysioloog bij Team Jumbo-Visma, wijst naar de 'uitzonderlijke VO2-max', de hoeveelheid zuurstof die het lichaam tijdens een inspanning kan opnemen. 'Een matig getalenteerde sporter moet twintig uur per week trainen om te kunnen wat die mannen kunnen door thuis op de bank te liggen, bij wijze van spreken.' Ook de trainingsarbeid is flink verhoogd. 'Vroeger liet je laatstejaarsjunioren rustig groeien. Je liet ze zo’n vijftien uur per week trainen. Zeg dat nu aan een junior en die zegt: vijftien uur, waar kom jij mee aanzetten? Rustig groeien is er niet meer bij.'
Oud-renner en ploegleider Dirk Demol. 'Als twintigjarige had ik letterlijk nog nooit een col gezien. Vandaag trainen ze bij wijze van spreken vanaf hun vijftiende in de cols. Dit is een generatie die nog vóór ze prof worden al van de wereld weet.' Daarnaast noemt hij deze generatie ambitieus. 'Als jongere werd je geacht eerst een paar jaar te knechten en je schikte je daarnaar. Ik heb vaak gezien dat een oudere kopman minder goed was dan zijn veel jongere ploegmaat en toch werd dan de kaart van die kopman getrokken. Deze jongeren accepteren dat niet meer.' (foto: Sirotti)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties