IDL Neo | Bagioli medekopman met Evenepoel? ‘Kan heel mooi duo worden’ IDL-producties
IDL-producties

IDL Neo | Bagioli medekopman met Evenepoel? ‘Kan heel mooi duo worden’

IDL Neo | Bagioli medekopman met Evenepoel? ‘Kan heel mooi duo worden’

Zoals elk jaar gaan er ook in 2020 nieuwe talenten, jong of als laatbloeier, de overstap naar de top van het wielrennen wagen. Sommigen zullen slagen en eeuwige wielerglorie vergaren, anderen zullen misschien ambities bij moeten stellen en zich in een dienende rol moeten plaatsen en een paar zijn na een jaar al weer weg. In de Leiderstrui brengt om de twee weken een nieuw gezicht in beeld en gaat dieper in op de resultaten, kenmerken en verwachtingen van de renner. Vandaag: Andrea BagioliDeceuninck-Quick-Step.

Profiel:

Naam: Andrea Bagioli
Nationaliteit: Italiaan
Leeftijd:  21 (23-03-1999
Specialiteit Klimmen, heuvelachtige klassiekers, klassementen
Ploeg:  Deceuninck-Quick-Step
Vorige ploeg:  Team Colpack
Belangrijkste resultaten: Toscana Terra di Ciclismo Eroica 2018, Ronde de l'Isard 2019, Ronde van Lombardije U23 2019

In de laatste IDL Neo’s zijn twee grote Italiaanse talenten behandeld, een puncheur en een sprinter. Op die twee gebieden heeft het Italiaanse wielrennen dus het nodige perspectief, maar hoe zit het met de klimmers/klassementsrenners? Vincenzo Nibali zit in de laatste fase van zijn carrière en daarachter is het op Giulio Ciccone na vrij stil, een beetje mager dus. Er is echter ook op gebied van de klimmers voldoende perspectief. Zo is er Giovanni Aleotti, de nummer twee van de Tour de l'Avenir. Hij rijdt echter nog bij de beloften. Een andere jonge Italiaanse klimmer heeft daarentegen al wel de overstap gemaakt en dat is Andrea Bagioli. Hij is misschien wel hét klimtalent van Italië.

Bagioli vlamt snel, maar dooft ook snel uit

In zijn eerste jaar bij de beloften showde Bagioli zijn talent al snel in de rittenkoers Toscana Terra di Ciclismo Eroica en dat deed hij niet tegen de minsten. Op de aankomst bergop op de Vetta Monte Amiata moest hij nog het onderspit delven tegen huidig Astana-renner Alexander Vlasov. De Italiaan verloor 38 seconden op de Rus. Bagioli bleef Vlasov echter voor in het tussenklassement, want in de eerste etappe wist hij met een kopgroep zonder Vlasov vooruit te blijven. De Italiaan wilde echter nog een kers op de taart, in de vorm van een ritzege. De laatste etappe was weer over een zwaar geaccidenteerd parcours, ideaal voor een explosieve klimmer als Bagioli. Hij klaarde het kunstje dan ook knap en liet zijn directe concurrent Vlasov kansloos.

Bagioli was het seizoen dus sterk begonnen, maar de rest van het jaar stak er wat bleekjes bij af. In de klimwedstrijd de Giro Valle d'Aosta viel hij in de tweede etappe uit. Vervolgens stond de Tour de l’Avenir op het programma, waarin hij één van de favorieten was. Het werd echter een ronde van vlees noch nis. In de eerste drie bergetappes eindigde Bagioli steevast rond de vijftiende plek met steeds vrij korte achterstanden van een minuut of zelfs minder. Hij miste echter dat beetje extra om voor de topklasseringen mee te doen.

Bagioli vecht tweestrijd uit met toekomstig Sunweb-renner Leknessund

In 2019 wist Bagioli zich te revancheren in de prestigieuze beloftenwedstrijd Ronde de l'Isard. De Franse wedstrijd staat bekend als één van dé klimrondes in het beloftencircuit. Met Kevin Inkelaar, Ilan Van Wilder en Andreas Leknessund stonden er alvast verscheidene toppers aan de start. Met vele jonge haantjes aan het vertrek was het voor Bagioli zaak om tijdens de eerste bergetappe gelijk de verhoudingen duidelijk te maken. Etappe twee was daarvoor het strijdtoneel. Een favorietengroep van veertien renners naderde de finish en het waren Leknessund en Bagioli die er nog een extra klap op konden geven. Met een minieme voorsprong stevenden ze af op de streep, waar de explosiviteit van de Italiaan de doorslag gaf.

Met de leiding in handen ging Bagioli richting de derde etappe, waar de bergen een flink stukje zwaarder beloofden te worden. In de finale lag namelijk de Col de Pailheres, die de renners naar tweeduizend meter hoogte bracht. Na de klim volgde een afdaling, waarna de laatste kilometers richting Quérigut weer voor lactaat in de benen zorgden. Ditmaal konden grote verschillen niet uitblijven. De Pailheres deed zijn werk. Weer waren het Bagioli en Leknessund die de beste benen hadden én weer was het de Italiaan die de beste slotpunch had. Op de laatste hellende meters reed hij negen seconden weg van de Noor.

Bagioli kan goede lijn in etappekoersen wederom niet doorzetten

De slotetappe leverde geen problemen meer op voor Bagioli, dus was daar zijn tweede eindzege in een etappekoers en zeker niet de minste. Was hij dan nu vertrokken voor meer? Het antwoord luidt helaas net als 2018: nee. De Giro U23 en de Tour de l’Avenir waren vanzelfsprekend de volgende grote doelen op de agenda, maar in zijn thuisronde moest hij in de derde etappe al opgeven. Vervolgens hervatte Bagioli in de Valle d’Aosta. Hoewel het klassement daar op weinig uitdraaide, wist hij wel de bergachtige slotrit te winnen. Over de Ronde van de Toekomst valt weinig te zeggen. Een zeventiende plek was zijn beste resultaat en in de bergetappes waar juist hij zou moeten schitteren was plek honderd veel dichterbij dan plek één.

Bagioli toont puncheurstalent in Luik en Lombardije

Bagioli ziet zichzelf vooral als een klimmer, maar ook in geaccidenteerde eendagskoersen is hij een groot talent. Hij liet dat voor het eerst zien in Luik-Bastenaken-Luik U23 van 2018. Hij werd daar tweede achter de Portugees João Almeida, waarmee hij nu ploeggenoot is bij Deceuninck-Quick-Step. De 2018 editie bleek een hele sterke, want van de top-20 rijden er nu, naast Bagioli, maar liefst elf in de WorldTour en nog een andere sluit zich daar vanaf 1 juli bij aan.

Aan het einde van het seizoen herhaalde hij de prestatie in Luik door tweede te worden in de Ronde van Lombardije voor beloften. In een kopgroep van negen man sprintte hij naar een tweede plaats. In 2019 werd het nóg beter, want toen wist Bagioli het wel af te maken. Na een pittige tweestrijd met generatiegenoot Clément Champoussin wist de Italiaan het in de sprint af te werken.

Carrière Nibali ideale voorbeeld voor Bagioli?

Bagioli kan dus zowel in de bergen als in het meer explosievere werk in de heuvels/middelgebergte goed uit de voeten en dat maakt hem in vele koersen een potentiële gevaarlijke klant. Er zijn namelijk maar weinig klimmers die in zowel grote rondes als klassiekers kunnen uitblinken. In de bergetappes van de grote rondes is vooral een groot uithoudingsvermogen en laag gewicht essentieel en daarmee boet een renner al snel in op explosiviteit. Bovendien is een stabiel niveau in grote rondes belangrijk, waar het in de klassiekers juist om één enorme krachtsexplosie draait.

Er zijn echter wel voorbeelden te vinden van klimmers die de combinatie tussen grote rondes en klassiekers hedendaags weten te maken. De naam die al snel valt is die van Nibali en dat is niet voor niets. Hij won alle grote rondes, meerdere edities van de Ronde van Lombardije, Milaan-Sanremo en kleinere eendagswedstrijden. Hoewel Nibali niet zozeer erg explosief is, weet hij wel vaak dé juiste afstemming tussen intensiteit en uithouding te vinden om ook in klassiekers zijn woordje mee te spreken.

Bagioli heeft keuzes te over, maar één zwakke plek

Uiteindelijk is het aan Bagioli om zijn prioriteiten te stellen, maar het is altijd fijn om meerdere mogelijkheden te hebben. Naast klimmer, puncheur, klimmer/puncheur is de rol van klassementsrenner ook alles behalve van tafel. De winst in verschillende eindklassementen geeft aan dat de jonge Italiaan over een goed herstelvermogen beschikt. Hij heeft echter wel een zwakke plek, en dat is zijn tijdrit. Hoewel de tijdritkilometers in grote rondes de laatste jaren al flink zijn teruggebracht, speelt de tijdrit nog wel een doorslaggevende rol. Een goede tijdrijder kan namelijk in een tijdrit van rond de dertig kilometer al snel meerdere minuten pakken op zijn concurrenten.

Bij de van nature betere klimmers komt de nadruk dan ook steeds meer op het tijdrijden te liggen. Ze gaan massaal de windtunnels in en kiezen ook vaker voor een rondje op het oncomfortabele snelheidsmonster. Alleen Romain Bardet steekt namens de klimmers nog steeds zijn kop in het zand als een struisvogel. Gelukkig zit Bagioli met Deceuninck-Quick-Step bij een ploeg waar de kennis over tijdrijden op een hoog niveau zit. Bij de ploeg rijden veel renners doorgaans sterke tijdritten en ze hebben met Specialized één van de beste fietsmerken wat betreft tijdritfietsen. De omstandigheden om in het tijdrijden te verbeteren zijn er dus voor Bagioli.

Ploegleider over Bagioli: ‘Hij heeft nooit extreem veel getraind’

Deceuninck-Quick-Step heeft Bagioli uiteraard gehaald vanwege zijn potentieel als toekomstig kopman, maar toch ook als mogelijk meesterknecht voor Remco Evenepoel, die in sneltreinvaart zijn weg naar de top aan het afleggen is. Hoewel ploegleider Klaas Lodewyck in een interview met Sporza eveneens Bagioli als belangrijke hulp voor Evenepoel ziet, hoeft dat volgens hem niet per se in de rol van knecht te zijn. ‘Hij kan ook zelf heel mooie uitslagen behalen. Als Evenepoel en Bagioli later goed samenwerken, kan dat een heel mooi duo worden binnen onze ploeg.’

Hoewel Bagioli nog ver verwijderd is van het niveau van Evenepoel, ziet Lodewyck veel ruimte voor progressie bij de jonge klimmer. ‘Hij heeft nooit extreem veel getraind. Er zit bij hem nog veel rek op.’

Bagioli rijdt sterk tijdens galavoorstelling Cavagna

Bagioli heeft dit seizoen al aan het WorldTour-niveau mogen proeven. Zo reed hij in de eerste bergetappe van de Tour de La Provence naar een knappe vijfde plaats. De overwinning ging met Vlasov naar een oude bekende. De dag daarop stond de aankomst op Chalet Reynard op het programma. Alvast een echte test voor de jonge klimmer. Na de eerdere vijfde plaats had de Italiaan stiekem hoge verwachtingen. De Ventoux bleek echter nog een tandje te zwaar. Bagioli reed zeker niet onverdienstelijk met een 20ste plaats, maar hij hoopte op meer. ‘Ik ging voor een beter resultaat op de Mont Ventoux. Echter, toen ik de uitslag bekeek zag ik alleen maar geweldige wielrenners voor mij staan. Dus voor nu kan ik tevreden zijn met mijn prestatie, wetende dat ik op de lange beklimmingen nog moet verbeteren’, vertelde hij aan Bici TV.

Lees verder onder de foto.

Later nam Bagioli ook deel aan de lastige Faun-Ardèche Classic. In de wedstrijd waarin zijn ploeggenoot Rémi Cavagna het peloton vanuit de kopgroep compleet de vernieling in reed, behaalde de jonge Italiaan in het achterliggende slagveld een knappe tiende plaats. Bagioli is het seizoen alvast goed begonnen, maar of er nog kansen volgen dit jaar is vanwege het coronavirus erg onzeker.

Het mag vaststaan dat Bagioli over de talenten beschikt om een winnaar te worden bij de profs. En dat kan op verschillende manieren, als ronderenner, puncheur of allebei. Daarnaast heeft hij ook veel weg van het type Gianluca Brambilla. Een sterke explosieve klimmer die zich tot veelvuldig ritwinnaar in grote rondes en etappekoersen kan ontwikkelen. De komende jaren gaan ons meer leren over tot welk type renner de Italiaan zal uitgroeien. Zolang hij maar geen brave meesterknecht van Evenepoel wordt, want dat zou zonde zijn. (Foto's: Sirotti)

Voor meer IDL Neo, klik hier.

Wilbert van der Velde

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws