...
Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar
IDL-producties

Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar

Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar

Veel kan gebeuren in tien jaar tijd. Wielerploegen kunnen met veel bombarie ontstaan, maar bijna geruisloos uit het peloton verdwijnen. Renners die de ene dag de grote kampioen zijn, kunnen de andere dag kapot op het asfalt liggen. Tien jaar is veel als je het afzet tegen een wielercarrière. Veel renners hebben het afgelopen decennium hun stempel gedrukt tijdens hun tijd in de wielerhistorie. In de Leiderstrui zet drie renners nog één keer in het zonnetje voor hun bijzondere bijdrage.

De namen in deze lijst zijn gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van de redactie. Mis je een naam in de lijst? Laat het dan weten in de reacties!

3. Niet sollen met de grootste vissen

De wielerwereld kan als een oceaan beschouwd worden. Niet een oceaan om in te vluchten, zoals Racoon je graag doet geloven, maar één waarin overduidelijk de wet van de sterkste geldt. De grootste vangsten zijn voor de grootste roofdieren. De restjes blijven over voor de kleine visjes. Vincenzo Nibali is geen klein visje, Vincenzo Nibali is een meedogenloze haai.

Met dank aan Steven Spielberg’s Jaws wordt menig mens soms nog schreeuwend en zwemmend in het zweet wakker van de vlijmscherpe haaientanden. Met gestaag opbouwende muziek op de achtergrond weet iedereen allang dat hij eraan zit te komen. Toch schrikt iedereen wanneer hij met zijn spitse kop toeslaat. De vergelijking met Nibali is volledig terecht.

Vinnig, zo kunnen zowel Nibali als zijn dierlijke evenbeeld omschreven worden. Een overwinning van Vincenzo Nibali zie je vaak aankomen, maar dat maakt het niet minder spectaculair. Dat bewees hij in zijn geliefde thuisland in de Ronde van Lombardije en Milaan-Sanremo. Met zijn prooien scherp voor zich zet de Haai van de Straat van Messina een aanval zo scherp als een haaiengebit op poten om vervolgens gestroomlijnd naar de zege te zwemmen.

In de huidige tijd van het wielrennen zien we het niet vaak meer dat renners én Monumenten én grote rondes kunnen winnen. Vincenzo Nibali kon dat wel. Afgelopen decennium sloeg hij daarin viermaal toe, wat hem tot één van de succesvolste ronderenners van zijn generatie maakte. Duizenden jaren van natuurlijke selectie hadden de haai het voordeel gegeven om de kunst van het winnen af te kijken.

Haaien zijn niet altijd lieverds. Je moet ze niet boos maken, want dan zijn ze op hun sterkst. Steven Kruijswijk zal net als de Jaws-kijker nog wel eens balend wakker worden van een haai en Alexander Vinokourov bedenkt zich vast nog wel een tweede keer voordat hij met zijn harpoen in de eer van Nibali prikt. Primoz Roglic was één van de laatsten die zich de woede van de haai op zijn hals haalde. Hoewel er toen een derde vis was die er met de zege vandoor ging, werd wederom bewezen dat je met de grootste vissen niet moet sollen.

Lees verder onder de foto.

Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar

2. Wisten wij veel...

Oplettende wielervolgers kenden hem al vaagjes voordat hij in 2010 het kleine Barloworld verruilde voor het grote Team Sky. Voor die tijd stond hij nog bekend onder zijn verhollandste naam Froo-me (met credits aan Renaat Schotte) en een ontsnappingspoging in de Giro d’Italia waar hij er bergop glashard afgereden werd door Simon Gerrans. Toch zal niemand het geloven wanneer zo’n oplettende wielervolger zou beweren dat hij toen al wist dat Chris Froome tien jaar later dé klassementsrenner van zijn generatie is.

In 2010 was hij een nog wat onbeduidende renner in het peloton, maar in 2011 wist Froome al de Vuelta te winnen. Dat wist hij zelf jarenlang overigens ook niet. Pas in 2019 maakte de UCI namelijk bekend dat niet dopingzondaar Juan José Cobo die ronde won, want de zege werd toegewezen aan de Britse sensatie van dat jaar. Inmiddels was hij al veel meer dan die sensatie van toen. Eindoverwinningen in alle grote rondes, waarvan vier keer de Tour de France, stonden toen al op zijn naam.

Wat gunden we het hem. Die leuke frisse jongen binnen het gelikte Team Sky. Weg met Wiggins, Free Froome! De Britse formatie had alle ballen gezet op Tourwinst met Bradley Wiggins, maar Chris Froome bleek zijn kopman en landgenoot allang ontstegen te zijn. Op La Planche des Belles Filles sleurde hij kilometerslang op kop, waarna hij ook nog eens de sterkste in de sprint bleek te zijn. Het was een voorbode, een voorbode van de gigantische krachten die Froome uit dat gekromde lichaam kan persen. Het deed pijn om te zien hoe hij, met dat gekke voorblad van hem, geremd werd door de teamorders voor een krakende Wiggins.

Wisten wij veel, dat een aantal jaar later Froome plots niet meer de sensatie van het peloton zou zijn, maar juist de boeman. De kritiek op Team Sky groeide en daarmee ook de kritiek op Chris Froome. Het gecontroleerde rijden van de ploeg, de nare luchtjes van verboden praktijken rond het team en misschien ook wel het ontbreken van een natuurlijk charisma: het deed hem allemaal niet veel goed. In het land der Fransen was de Brit Froome de meest gehate man in de maand juli.

Hij lijkt stoïcijns, op de fiets en daarnaast, maar toch zal het angstzweet hem vaak tot in de nek hebben moeten staan. Van urinetsunami’s tot meerennende dopingspuiten, niks bleef hem bespaard. Froome moest vrezen voor zijn veiligheid, vrezen voor de afname van eindzeges door pufjesaffaires en zelfs een keer vrezen dat hij niet eens op een fiets de top van de Ventoux zou bereiken. De beelden van een rennende Froome zijn zonder twijfel één van de meest iconische als het gaat om de gekheid van de wielersport.

Het neemt allemaal niet weg dat Chris Froome de afgelopen tien jaar de meest succesvolle klassementsrenner is gebleken. Op dit moment revalideert hij van een zware val en moet hij nog maar zien of hij ooit nog op zijn oude niveau terugkomt. Of hij ooit nog een grote ronde gaat winnen, is verre van zeker. Maar ach, dat wisten we wel vaker niet met hem.

Lees verder onder de foto.

Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar

1. Peter de Grote werd alleen maar groter

Je hebt wielrenners in alle soorten en maten: van de simpele fietstoerist tot de grote namen die je op de palmaressen van de belangrijkste koersen ter wereld ziet prijken. Het talent om tot die laatste groep te behoren is, gelukkig en helaas, niet voor iedereen weggelegd. Toch is het hebben van het talent slechts een klein aspect voor je naam in de positie van de sporthistorie. Een paar enkelingen hebben het genoegen om de sport te ontstijgen. Het zijn de renners waarvan ook je niet-wielerverslaafde partner of collega de naam kent, iemand die een glimlach tovert bij velen en iemand die de sport populair maakt: Peter Sagan is zo’n coureur.

In 2010 mocht Peter de Grote, zoals ze hem tegenwoordig wel eens noemen, zijn debuut maken in het profpeloton. Toegegeven, zo groot was hij destijds nog niet. Een wat ielig, gek mannetje dat nauwelijks Engels sprak dook opeens op tussen de gelouterde wezens van het wielerbestaan. Direct was duidelijk dat Sagan geen normale was, zo bleek uit zijn prestaties in zijn eerste Parijs-Nice. Twee etappezeges, twee tweede plekken, maar wat vooral ook bijblijft is de oprechte verbazing van José De Cauwer tijdens de rittenkoers nadat Sagan weer eens ten aanval trekt. Als zo iemand, die al zoveel gezien heeft van de koers, verbaasd is, dan betekent dat wel iets.

En ja, het betekende iets. Na zijn spetterende debuutjaar ging Sagan verder met waar hij goed in was: aanvallen en koersen winnen. Bijna overal waar hij reed, was hij wel een keer de beste. Toch waren niet alle wielervolgers aanvankelijk zo blij met het aanwezige optreden van die rare Slowaak. Gekke maniertjes tijdens het juichen, het billenknijpincident op het podium van de Ronde van Vlaanderen, het maakte hem zowel geliefd als controversieel.

Spreken met de benen, dat is wat hij moest doen. Voornamelijk ook omdat spreken voor de camera na jaren nog altijd wat lastig leek. ‘Hey Froomey’ zijn misschien niet de meest filosofische woorden opgetekend uit de mond van Sagan, maar wel de meest iconische voor zijn imago. Althans, zijn imago van toen. Sagan groeide, van clown tot Hulk. Peter de Grote werd daadwerkelijk steeds groter: qua naam en fysieke gesteldheid.

In een decennium tijd wist Sagan record na record te breken. Zeven groene truien is al een imponerend aantal op zichzelf en dan wordt de manier waarop vaak nog vergeten. Andere renners probeerden het vaak niet eens om te strijden met Sagan: ze waren bij voorbaat al kansloos. Het enige moment dat hij vaak niet in één of ander speciaal truitje reed, was op het wereldkampioenschap. Misschien ook dat zijn tegenstanders hem daarom vaak vergaten. Jaar na jaar reden ze met hem direct naar de slachtbank. Drie jaar lang konden we hem daarom zien in de regenboogtrui.

Het is misschien wat controversieel. Sagan maakt de sport populair die hij zelf vaak genoeg zegt niet eens écht leuk te vinden. Die eigenzinnigheid past bij de rol die hij vervult binnen de wielrennerij. Peter Sagan gaf het decennium kleur. Niet alleen met prestaties, maar ook qua instelling tijdens en na de koers. Met trots mag hij de titel van Renner van het Decennium dragen.

Renner van het Decennium | De grootste vis, een blok onzekerheid én een tsaar

Door: Jannick van der Hooft (jannick@indeleiderstrui.nl / Twitter: @jannick_der)

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws