Ik vind er tot nu toe weinig aan, de Tour de France. Misschien waren de verwachtingen ook wel te hoog. Bijna alle grote ronderenners zijn er, bijna de gehele sprintelite. Het zou elke dag voor oorlog moeten zorgen, maar niets is minder waar. Natuurlijk waren het twee mooie spurtzeges van Dylan Groenewegen, maar wel slechts tweemaal tien leuke minuten van verder vier á vijf uur doodsaaie televisie. De kasseienrit was mooi en leuk, maar ook daar bleven de klassementsmannen in hun hok, net als in de allereerste bergetappe. Viel er dan niks te genieten? Jazeker! Voor mij zijn het de kleine dingen die het doen. Letterlijk.
Kent u de term ‘Yese por’? Yese por (spreek uit: Ie-se por) staat voor de moed, de werklust en het doorzettingsvermogen van een Yersekenaar. Uit de Zeeuwse klei getrokken. Onverschrokken. Opgevoed aan boord van een mosselkotter, waarop het van vijf uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds keihard werken is. Elke dag honderd kilometer door de wind naar school. Zoiets. Johnny Hoogerland was zo’n man met Yese por en het dorp met haar schamele 7000 inwoners heeft er weer één: Antwan Tolhoek. Als je hem ziet, komt het amper in je op om hem een ‘man’ te noemen. Hij is fragiel, tenger, een veertje of zoals de grap deze week op Twitter voorbij kwam: ‘Het zoontje van Gesink.’ Maar pas op, hij zit vol Yese por.
U moet weten dat ik uit een nog kleiner dorp kom op enkele kilometers van Yerseke. En ondanks de rivaliteit, die zich vooral uit in de kelderklasse op zaterdagmiddag, tussen de dorpen in de gemeente, heerst er ook enorme trots. Het vooroordeel is grotendeels waar: er is vaak geen reet te doen in Zeeland, behalve strand, bier en Bløf. Daarom is Zuid-Beveland tussen twee en zes ’s middags dan ook vrijwel uitgestorven, want er is weer iets om trots op te zijn. Allemaal kijken we opgetogen naar Marco Minnaard, maar toch vooral naar die andere. Hij heeft vele harten al veroverd en vooral de mijne. Als een pasgeboren veulentje zocht hij in de eerste dagen zijn weg in het grote mensen-peloton. Half in het Zeeuws, half in het Nederlands lult hij zich nuchter door de interviews. Complimenten van de -ondanks alles- grote Michael Rasmussen? ‘Mooi om te horen.’ Met de besten mee omhoog? ‘Dat is gewoon mijn taak.’ Waar hij vandaan kwam, vroeg Han Kock: ‘Uut Yese’, glunderde Antwan.
Ook al rijdt hij verscholen tussen de brede schouders van geblokte kasseienvreters en stevige tijdritkanonnen, valt hij nooit op en is hij het kleine broertje binnen de LottoNL-Jumbo-ploeg; ga eens op hem letten. Ik verzeker u liefde op het eerste gezicht. De verbeten kop als hij nota bene zijn eigen streekgenoot Minnaard moet terughalen zei genoeg. Tolhoek is de rijzende ster in het internationale peloton. Een enorm klimtalent, met klassementsambities, maar het belangrijkste is dat hij het broodnodige koersgif bezit. Gif, pit, wil, onverschrokkenheid en werklust; verstand op nul en gaan. Ik mis het zo in het Tour-peloton. Ga toch eens koersen! Ik roep het al tien dagen naar mijn beeldscherm. De Tour de France zou zoveel mooier zijn als mannen als Froome, Thomas, Landa en Bardet eens een vleugje hadden van waar die kleine Antwan van kruin tot kleine teen mee vol zit: Yese por! (foto: Jasper den Boon/In de Leiderstrui)
Marijn van den Berge (E-mail: marijn@indeleiderstrui.nl / Twitter: @Marijnvdberge97)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties