Marc Hirschi liet zijn grote talent zien met een tweede plek in de tweede etappe van de Tour de France. Dat hij hard kon fietsen was bekend, maar toch had hij een bepaald soort therapie nodig om dat eruit te laten komen. Dat onthult de jonge Zwitser bij Het Laatste Nieuws.
Aan het begin van het jaar had Hirschi wat moeite om in vorm te komen. Hij kreeg hevige pijn in zijn heup. 'Niks ergs, dacht ik eerst', vertelt hij. 'Maar de dokter stelde een scheur vast in het labrum (een stuk beschermend kraakbeen, red.) van mijn heupgewricht.' Een operatie bood geen uitkomst, dus besloot hij met therapie en gerichte krachttraining zijn houding op de fiets te veranderen.
'Net als Dumoulin kantelde ik mijn bekken iets meer naar voren en kwam ik wat meer rechtop te zitten. Dat hielp', legt hij uit. De koersluwte van de coronaperiode hielp hem vervolgens om die houding te optimaliseren: 'De pandemie schonk me de pauze die ik nodig had, waardoor ik opnieuw kon opbouwen. De Tour de France is de volgende stap.' (Foto: Team Sunweb / Patrick Brunt)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties