Koersdirecteur van de Vuelta a España, Javier Guillén, hoopte met de Vuelta a España in november dat de coronapandemie over was en dat er zonder problemen gekoerst kon worden. Uiteindelijk pakte die gok enigszins verkeerd uit, zo laat hij weten bij Cyclingnews.
Uiteindelijk bleek de Vuelta a España een zeer veilige ronde, waarin er weinig problemen waren met positieve tests, mede te danken aan het mobiele lab dat ze in Spanje ter beschikking hadden. Ook leerde de organisatie van de Vuelta a Burgos, die als één van de eerste koersen na de coronabreak werd verreden, en van de Tour de France, georganiseerd door de ASO en tevens organisator van de Vuelta a España. 'We hoopten met een plek in november dat we zo min mogelijk zouden samenvallen met andere wedstrijden en zo ver mogelijk van de Tour de France verwijderd te zijn. Daardoor hoopten we op betere renners die deelnamen', zo vertelt Guillén.
Aan het begin van de pandemie werd verwacht dat tegen het eind van het jaar de grootste problemen voorbij waren. Dit bleek achteraf een verkeerde inschatting, omdat het virus richting de start van de Vuelta steeds meer om zich heen begon te slaan. 'In feite vond de Vuelta plaats onder de slechts mogelijke omstandigheden van alle wedstrijden. Het was een zeer zware Vuelta, de Vuelta van het coronavirus. Het was tegen een heel speciale vijand, die we zo ver mogelijk van ons af moesten houden.' Uiteindelijk is de aanpak de juiste gebleken, ondanks dat er op de laatste dag veel politieagenten positief testten op corona.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties