Almeida richt zich op top acht: 'Olympisch diploma zou heel speciaal zijn'

João Almeida wordt weinig genoemd tot de kanshebbers op de Olympische Spelen, maar de nummer zes van de afgelopen Giro d'Italia hoopt zelf met de besten mee te kunnen doen in de wegrit en tijdrit: 'Top tien is een overwinning, maar top acht zou buitengewoon zijn.'

Almeida heeft zich in alle rust voorbereidt op de Olympische Spelen, waar hij zowel de tijdrit als de wegrace rijdt namens Portugal. Hij doet dat samen met Nelson Oliveira, want ze hebben maar twee startbewijzen. Bij het Portugese radiostation Renascença blijft de renner van Deceuninck-Quick-Step echter hoopvol dat hij een goed resultaat kan rijden: 'Top tien is voor mij een overwinning, maar het olympisch diploma (een certificaat dat je krijgt wanneer je bij de eerste acht van jouw discipline eindigt) in mijn eerste deelname zou heel speciaal zijn.'

Sinds de Giro d'Italia, waarin Almeida na een vroege inzinking en knechten voor Remco Evenepoel nog knap zesde werd, hebben we weinig vernomen van de pas 22-jarige renner. Hij werd in de tussentijd nog Portugees kampioen tijdrijden en reed ook het wegkampioenschap, maar verder koerste hij niet. Zijn vorm is echter in orde: 'De vorm is zo goed als tijdens de Giro d'Italia, zou ik zeggen. Zonder koers is er geen manier om honderd procent zeker te zijn, maar ik heb een zeer goede training gedaan die me goede hoop geven.'

Almeida: 'Evenepoel is een van de grootste tegenstanders'

In Tokio staat een zwaar parcours te wachten in moeilijke weersomstandigheden. Daar heeft hij zich echter op voorbereid in Portugal. 'Het was behoorlijk uitdagend en heel zwaar, een uur training (bij het Instituut voor Aerodynamica in Coimbra) in extreme omstandigheden. Zo kan ik me hopelijk aanpassen aan de temperatuur en vochtigheid in Tokio.' Naast het weer is ook de route niet makkelijk, erkent Almeida: 'Het ziet er heel moeilijk uit. Het is min of meer een klassieker, Luik-Bastenaken-Luik maar dan nog moeilijker. Een koers voor de sterk klimmende renners.'

Een van de renners die volgens hem voldoet aan dat profiel is de renner waarvoor hij in de Giro knechtte: Remco Evenepoel. 'Ik denk dat hij een van de grootste tegenstanders is. We zijn teamgenoten en hebben een goede relatie, maar nu zullen we tegen elkaar racen. Als hij wint ben ik natuurlijk wel blij.' Ook in de tijdrit gaat hij zijn Belgische ploeggenoot tegenkomen. Daar kijkt de Portugees echter nog niet te veel naar: 'Dat wordt een zeer zware en lange tijdrit. Maar bovenal wordt het een geweldige ervaring op mijn eerste Olympische Spelen. Ik ga mijn best doen voor die top acht.'