Bij Alpecin-Fenix kijkt men heel erg uit naar het debuut van de ploeg in een grote ronde. De Belgische formatie mag als UCI Europe Tour-winnaar deelnemen aan de Giro d'Italia en die kans grijpt het met beide handen aan.
Met Tim Merlier als kopman reist Alpecin-Fenix met een gezonde dosis vertrouwen af naar Italië. Toch is ploegleider Philip Roodhooft in Het Nieuwsblad ook realistisch: 'Van een ploeg met Mathieu van der Poel is de impact altijd groter. Maar het kan niet de bedoeling zijn dat ze ons drie weken lang niet gaan zien. Met Merlier moeten we niet verlegen zijn in de sprint. We gaan proberen met hem een etappe te winnen, of willen op zijn minst het gevoel krijgen dat hij kan meedoen voor ritwinst.'
Klassementsambities zijn er niet, maar er gaan voldoende sterke mannen mee voor de lastige etappes. 'In de ritten waar vluchters een kans hebben, kunnen Dries De Bondt of Gianni Vermeersch misschien iets betekenen. En in de berg- en heuvelritten mogen Jimmy Janssens en Louis Vervaeke zien hoever ze geraken. Oké, er zal geen renner van ons in Milaan in de top tien staan, maar is dat een schande? Dan hebben veel ploegen niks te zoeken in de Giro', aldus Roodhooft.
Alpecin-Fenix gaat avontuur aan
Volgens de Belg wordt het een groot avontuur voor Alpecin-Fenix. Hoe werkt een grote ronde? Eigenlijk weet niemand het. 'We zijn niet naïef. Uiteraard is dat weinig ervaring. We weten dat we straks tegen bepaalde zaken zullen aanlopen. Sommige renners hebben nog nooit in het hooggebergte gekoerst. De kans is reëel dat niet iedereen het einde zal halen. Maar ooit moet het voor iedereen de eerste keer zijn, toch? En als het oude wielerdogma klopt dat je altijd sterker uit een grote ronde komt, zullen ze er alleen maar beter van worden.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties