Thymen Arensman moest tot het gaatje gaan tijdens de negentiende etappe in de Tour de France. De Nederlander hield bij zijn magistrale overwinning op La Plagne slechts enkele meters over op de streep, maar wist vlak voor Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard wel zijn tweede ritzege in deze Tour op zijn naam te schrijven.
De Gelderlander kon na afloop zijn geluk niet op. Na de streep viel hij op de grond tegen de boarding, sloeg zijn handen tegen zijn gezicht en huilde van geluk. 'Ik kan het niet geloven', waren de eerste woorden van de ritwinnaar. 'Om één etappe te winnen is al ongelooflijk, maar nu doe ik het tegen de sterkste van de wereld. Ik ben aan het dromen, ik weet niet wat ik aan het doen ben.'
Op de slotklim was Arensman de enige die Pogacar (UAE Emirates-XRG) en Vingegaard (Visma | Lease a Bike) kon volgen. Nadat de man uit Deil, tegenwoordig al een aantal jaar woonachtig in Andorra, tweemaal probeerde om solo ervandoor te gaan, was het bij de derde keer raak. Hij sloeg een gaatje en Pogacar en Vingegaard hielden hun benen stil: Arensman ging met 13,5 kilometer te gaan solo richting de top.
Arensman over zijn aanval: 'Na de afdaling richting La Plagne was Tobias (Foss, red.) er nog bij. We praatten wat in de radio. Ik zei: 'ik ga proberen te volgen, morgen is jouw dag, vandaag kijk ik wat ik kan'. Ik was in controle en dacht ik ga het gewoon proberen. En toen waren ze aan het kijken naar elkaar.'
Tekst loopt hierna verder
Arensman zag Pogacar en Vingegaard niet komen: 'Niet gaan zitten, niet gaan zitten'
Bij de NOS liet Arensman in het Nederlands horen hoe blij hij met een nieuwe zege is. 'Ik heb er geen woorden voor. Een etappe winnen vanuit de kopgroep is al ongelooflijk, maar nu versla ik in een eerlijk gevecht de sterkste renners ter wereld. Dus ja, daar heb ik geen woorden voor.'
Arensman hoopte na de demarrage dat Pogacar en Vingegaard naar elkaar zouden gaan kijken. 'Vooral als het klassement vast staat, dan zie je hun twee en hoop je dat ze dat doen. Ik weet dat ze sterker zijn dan ik, maar je hebt ook superbenen nodig om ervoor te blijven.'
Tijdens de laatste kilometer kwamen de achtervolgers nog gevaarlijk dichtbij. 'Ik dacht nergens aan, gewoon proberen om de aanmoedigingen van de Nederlandse fans in me op te nemen. Daar hoopte ik een paar watt extra uit te halen. Elke vezel in mij zei dat ik moest stoppen, maar ik wilde door gaan. Laatste kilometer heb ik zo hard mogelijk doorgereden. Ik kreeg kramp in de kuiten, maar ik dacht maar een ding: niet gaan zitten, niet gaan zitten. Gelukkig kwamen ze er niet voorbij.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties