Hoe komt het dat Pogacar zó ver boven de rest uitsteekt? Sportcoach legt uit: 'Dat zie je bij geen enkele andere renner'

Als je dacht dat Tadej Pogacar niet beter kon dan vorig jaar, zat je fout. 20 zeges, 3 Monumenten, de Tour de France, de Europese én de wereldtitel... Het was weer een ongeëvenaard seizoen van de Sloveense superster. Maar wat maakt het dat hij zo ver boven de rest uitsteekt? Is het zijn talent? Zijn werklust? Of is het iets anders? Coach Paul Van den Bosch legt uit.

Van den Bosch was jarenlang een gerenommeerd sportcoach, en had in het wielrennen eveneens meer dan genoeg atleten van wereldklasse onder zijn hoede. Zo was hij een belangrijke pion in het succes van onder meer Sven Nys, Tim Wellens, Thomas De Gendt en André Greipel. De 68-jarige Belg weet dus waar hij het over heeft als hij uitlegt waarom Pogacar is wie hij is.

'Hij lijkt geen verval te kennen', zo begint hij tegenover Sporza. 'Dat zie je bij geen enkele andere renner. Een Van der Poel heeft bijvoorbeeld periodes dat hij schittert, maar dan zie je hem weer even niet. Wout van Aert ook. En Vingegaard kiest bewust voor rittenkoersen en de Tour, maar staat elders niet op dat niveau. Pogacar is er élke keer.'

Dat komt niet in de minste zin door zijn enorme trainingsdrang. 'Ik zit al jaren in dit vak en heb de evolutie meegemaakt dat er veel meer getraind wordt dan vroeger. Elke renner zit tegenwoordig zeer veel op de fiets, maar wie kan dan ook nog eens het hardst gaan? Dat is de vraag. En ik heb al gehoord dat Pogacar daar toch een uitzondering in is.'

Lees verder onder de foto!

Bizarre trainingswaardes Pogacar: 'Dat is zo'n vijf watt per kilo bij hem'

Eerder dit jaar maakte Pogacar zelf al bekend hoe zijn trainingswaardes zijn. In de tweede hartslagzone 2 - wat voor de Sloveen een hartslag van tussen de 140 en 150 betekent - trapt hij zo'n 320 tot 340 watt weg. 'Dat is zo’n vijf watt per kilo bij hem', rekent Van den Bosch uit. 'Voor de meeste renners is dat al een doorgedreven training. Hij kan dat zes uur aan een stuk volhouden...'

De wereldkampioen kan zich zo verder pushen dan andere renners. 'Pogacar is zo in staat om bijna elke training met een hoge intensiteit af te werken. Bij andere renners gaat dat in blokken, met dagen waarop ze gas terugnemen. Als hij een relatief rustige duurtraining doet, is dat met veel hoger vermogen dan de rest. Veel renners trainen dan ook maar één keer mee met hem.'

Lees verder onder de foto!

Lichaam van Pogacar werkt anders dan andere renners

Het betekent dat het lichaam van Pogacar gewoon anders in elkaar zit dan andere mensen: hij is een echte freak of nature. 'Als hij tijdens een wedstrijd nog in zone 2 aan het rijden is, is hij vooral vet aan het verbranden. Zijn lichaam is dat gewoon, daardoor kan hij zijn suikers in tegenstelling tot vele anderen beter bewaren voor de finale. En dat stelt hem in staat om op het einde nog twee uur volle bak te rijden.'

'Dat maakt van hem het fenomeen dat hij is: de combinatie van bijna niet moe worden, heel snel herstellen na wedstrijden en trainingen, en toch heel hard kunnen trainen. Hij kan sneller weer intensiever beginnen te trainen na een zware inspanning en pikt zijn trainingsprikkels zo beter op. Dat is dan de sleutel tot het presteren op zo’n constant hoog niveau', besluit Van den Bosch.