Girmay doet niet met de besten mee bij eerste sprintmogelijkheid: 'Hadden langer moeten wachten'

In de derde etappe van de 110e Tour de France stond er geen maat op Jasper Philipsen. De Vlaamse sprinter van Alpecin-Deceuninck liet met een machtige sprint alles en iedereen zijn hielen zien. Op voorhand leek Biniam Girmay één van de meest prominente gegadigden om Philipsen, die de status van topfavoriet toegeschoven kreeg, het leven zuur te maken. De Eritrese coureur van Intermarché-Circus-Wanty kwam echter niet verder dan een elfde plaats. Via een persbericht kijkt 'Bini' kort terug op zijn dag.

'In deze eerste kans voor sprinters van deze Ronde van Frankrijk hebben we getoond dat we collectief goed aanwezig waren. Dat was belangrijk. Ik heb mijn ploeggenoten gevolgd, ik had het volste vertrouwen in hen', begint de Afrikaan op lovende wijze aan zijn analyse.

'Op de sleutelmomenten die we vooraf bepaald hadden, brachten ze me in een uitstekende positie. Enkel in de slotkilometer hadden we iets langer moeten wachten om op kop te komen, achteraf gezien. Ik onthoud het positieve, mijn vorm is goed en er komen nog veel sprintkansen', toont hij zich optimistisch gestemd voor wat er de komende dagen en weken komen gaat.

Daags na de rit naar Bayonne staat er wederom een kans voor de vlugge jongens op het menu. Girmay hoeft derhalve niet lang te wachten vooraleer hij weer een nieuwe gooi naar de ritzege kan doen. Na 181 biljartvlakke kilometers wordt er naar alle waarschijnlijkheid middels een massasprint bepaald wie zich de winnaar van rit vier in 'La Grande Boucle' mag noemen.