Kuss twee keer tegen de grond in Strade Bianche, Simmons tevreden met resultaat

Met een kleine 20.000 inwoners is Durango, Colorado niet een heel groot plaatsje. Toch komen twee van de grootste talenten uit het wielerpeloton er vandaan. Beiden reden ze zaterdag de Strade Bianche: Quinn Simmons met net wat meer succes dan Sepp Kuss.

Kuss deed voor de tweede keer mee op de Italiaanse grindstroken en sleepte er dit keer een 31e plek uit. De renner van Jumbo-Visma ging twee keer tegen de grond in een chaotische wedstrijd. 'Ik viel lichtjes bij die windvlaag die iedereen onderuit haalde, maar ik kwam er oké uit', geeft hij aan bij VeloNews. 'Daarna had ik nog een knullige valpartij, maar gelukkig ben ik in orde.'

De Amerikaan zat nog op de voorposten toen Tadej Pogacar aan zijn imposante solo van vijftig kilometer begon. 'Ik dacht dat er meer tegenwind stond', aldus Kuss. 'En dat het daarom beter was om te wachten. Echter, toen hij er eenmaal aan begonnen was, was hij vertrokken. Het was een erg sterke rit van hem. We hadden nog een sterke groep bijeen, maar het is lastig om dat gat nog te verkleinen als je dat eenmaal georganiseerd hebt.'

Simmons: 'Niets dat ik anders had kunnen doen'

Simmons kon eveneens niet het wiel van de Sloveense winnaar volgen, maar wist zich wel in de top tien te nestelen. Een uitslag waar hij meer dan tevreden mee is. 'Er is niets dat ik anders had kunnen doen, behalve misschien sterker zijn dan ik was', vertelt de bebaarde Amerikaan bij hetzelfde medium. 'Maar goed, uiteindelijk ben ik ook nog maar twintig jaar oud. Ik denk dat het dus best oké is om zevende te eindigen. Ook als je kijkt hoeveel jaren ik het nog een keer kan proberen.'

In de Strade Bianche kreeg Simmons een vrijgeleide van de ploeg, maar tijdens de komende klassiekers zal hij weer geregeld voor anderen moeten rijden. 'Dit was mijn kans, nu zal ik vol voor gasten als Mads en Jasper (Pedersen en Stuyven, red.) rijden. Ik rijd graag naast hem, ook om van ze te leren.'