Martin looft timmermansoog Niermann: 'Zei in eerste jaar al dat Vingegaard next big thing was'

Tony Martin nam in 2021 afscheid van het wielerpeloton als renner van Jumbo-Visma, maar houdt de ontwikkelingen binnen zijn voormalige ploeg nog altijd goed in de gaten. Bij Eurosport analyseerde hij zijn voormalige ploeggenoten Jonas Vingegaard en Primoz Roglic, tegenwoordig meervoudig grote ronde-winnaars.

Vingegaard kwam net als Martin in 2019 bij het team. 'Ik kan me nog herinneren dat we samen op een kamer sliepen bij de eerste teammeeting. We groeiden direct naar elkaar toe als nieuwe jongens. Daarom ken ik hem best wel goed', aldus de Duitser. 'Om eerlijk te zijn, zag ik zijn potentieel toen nog niet. Maar ik kan me nog een gesprek met Grischa Niermann herinneren. Hij zei in het eerste jaar al dat Jonas de ‘next big thing’ was. Grischa speelde een sleutelrol in zijn komst. Het is geweldig en laat zien hoe goed het team talent kan herkennen en ontwikkelen.'

Roglic kon enkele jaren op Martin rekenen. 'Primoz is extreem ambitieus en gedreven. Hij kijkt naar het routeboek en weet precies waar de cruciale punten liggen. Hij beschikt over enorm veel wilskracht, zowel in de wedstrijden als op de training. Als je samen trainde met Primoz was het gelijk op wedstrijdniveau. Zeker wanneer hij zijn intervallen deed in de bergen. Het is ongelofelijk. Hij pusht zichzelf tot de limiet en is heel hard voor zichzelf. Hij investeert zoveel tijd in trainingskampen en is zelden thuis. Dat is niet makkelijk in het privéleven', duidt hij.

Martin: 'Misschien kent Vingegaard Roglic beter dan andersom'

In de Tour de France van komend jaar nemen Vingegaard en Roglic het tegen elkaar op. 'Misschien kent Jonas Primoz nog wel iets beter dan andersom. Dat komt omdat hij als knecht voor hem heeft gereden en instructies van hem kreeg. Hij weet wat Primoz fijn vindt en vooral ook wat hij niet fijn vindt. Daar kan Jonas misschien van gaan profiteren. Misschien weet hij bijvoorbeeld dat Roglic pas wil aangaan in de laatste vijfhonderd meter en niet eerder. Dat kan hem helpen', stelt de meervoudig wereldkampioen tijdrijden.