Nederland gaat erin vliegen op het EK, met youngster Del Grosso voorop: 'Nog nooit tegen Pogacar en Evenepoel gereden'

Kon Nederland op het WK nog best lang met de besten mee dankzij Thymen Arensman en Bauke Mollema, voor het EK op de weg is het de grote vraag of we oranje op van voren gaan zien. Bondscoach Koos Moerenhout stelde een piepjonge selectie samen, met Tibor Del Grosso natuurlijk als heel interessante naam. In de Leiderstrui sprak met de bondscoach en 22-jarige debutant.

Del Grosso reed de afgelopen jaren al vaker voor de KNWU, maar in de Franse Ardèche gaat hij zondag voor het eerst bij de elite-categorie starten. 'Dat is heel speciaal en heel mooi, na de prima stappen die ik heb gemaakt dit jaar', zei hij, doelend op onder meer stevige ereplaatsen in WorldTour-koersen zoals Catalonië en Dwars door Vlaanderen, en ritwinst in de Ronde van Turkije.

De afgelopen maanden koerste Del Grosso veel. Zo werd hij twaalfde in de Tour de Wallonie, tiende in de Ronde van Denemarken, negende in de Renewi Tour (plus jongerentrui) en twee weken geleden deed hij nog mee om ritzeges in de Ronde van Luxemburg. 'Het is een heel lang koersblok geweest richting hier', benadrukte ook de youngster zelf.

'Dan is het lastig om echt te pieken, terwijl veel gasten echt hebben toegeleefd naar het WK met hoogtestages en zo. Ik denk dat de vorm wel oké is, dus ik hoop zondag en volgende week op het WK gravel nog wel twee goede wedstrijden te rijden. Ik heb nog nooit tegen Remco Evenepoel en Tadej Pogacar gereden, dus het zal verschroeiend hard gaan. Ik heb desondanks goede moraal.'

Lees verder onder de foto

Del Grosso krijgt zijn kans in selectie voor de toekomst

Dat Del Grosso er op het EK bij is, komt volgens bondscoach Moerenhout ook door een toekomstvisie. 'Hij is één van de jongens, waarvan je hoopt dat hij zich door ontwikkelt en dus is het fijn dat hij er hier bij is op het EK. Dat geldt ook voor Huub Artz en Menno Huising, gasten die je beter wil leren kennen en betrekken bij het hele KNWU-gevoel.'

'Tibor is een jongen die het bij de beloften op heel diverse parcoursen heel goed heeft gedaan. Die lijn trekt hij door bij de profs, dus dat is positief om te zien', aldus Moerenhout, die ondanks de aanwezigheid van Pogacar, Jonas Vingegaard en Evenepoel niet voor veel échte klimmers koos. Zo zijn Arensman, Mollema en ook Wout Poels er niet bij in Frankrijk.

De bondscoach weet ook dat het naast Arensman voor de komende jaren 'van onderaf' moet komen. 'We zitten in jaren dat het even veel klimmen is op de kampioenschappen. Dan hoop je dat daarin aansluiting wordt gemaakt. Het was alvast heel positief wat Thymen liet zien op het WK, die reed daar ondanks een DNF heel goed. En zo zijn er meer jongens, die op klimgebied echt wel interessant zijn.'

Lees verder onder de foto

Nederland mag er lekker invliegen op het EK

Door het gebrek aan klimmers van naam gaf Moerenhout op vrijdagavond alvast een vrijbrief aan zijn renners om er zondag lekker in te vliegen. 'Het is een heel lastige koers, met een paar uitgesproken favorieten. Niet helemaal op ons lijf geschreven, maar met een jonge en frisse ploeg is dit EK ook vooral van belang voor de toekomst.'

'Het kan niet anders dan dat er met 4 kilometer klimmen vanuit de start al iets gaat gebeuren, dus wij moeten zorgen dat we mee zijn in die eerste 1,5 uur. Ik verwacht dat er op die eerste keer lange lus al gas gegeven wordt, dus dan moet je zien wat er overblijft en wat je vanuit daar kunt creëren. De laatste wedstrijden hebben geleerd dat je sowieso weinig ruimte krijgt, maar we gaan zoeken naar een gaatje.'

Geconfronteerd met die woorden van Moerenhout, begon Del Grosso te glimlachen. 'De vroege vlucht? Ja, je hebt gelijk als je zegt dat als je hier afwachtend gaat koersen, het bijna zeker is dat je eraf gereden wordt door de grote jongens. Dus het zal aan ons zijn om te anticiperen. Ik ga zeker niet voor een DNF.'

Lees verder onder de foto

Del Grosso kan de druk in de spotlights wel aan

Volle bak oranje in het openingsuur dus, als we Moerenhout en Del Grosso mogen geloven. 'Huub is altijd goed in het rijden voor de vlucht en Menno klimt van ons drieën misschien nog wel het beste. We zijn als drie jonkies alle drie net iets andere renners, dus we moeten gewoon iets proberen met z'n zessen en hopelijk werkt het dan.'

Del Grosso bewees in lastige klimkoersen al goed bergop te kunnen, maar ook hij weet dat hij de drie grote lussen over de Côte de Saint-Romain-de-Lerps normaliter niet vooraan overleeft. 'En dat korte klimmetje in het finaleparcours (de Val d'Enfer, red.) is ook wel serieus steil. Dat hoor ik ook wel over die andere, langere klim in de grote lus. Dat is wel lastig, als je iets groter en zwaarder bent zoals ik.'

Del Grosso vertelde het vrijdag allemaal met een natuurlijke rust, waar je respect voor moet hebben. Want de vergelijking met crossvoorganger, weg-vergelijk én Alpecin-Deceuninck-ploegmaat Mathieu van der Poel is al zo vaak gemaakt, dat je makkelijk kan bezwijken onder de druk. 'Het komt allemaal wel een beetje stapsgewijs hoor', gaf Del Grosso mee.

Sterker nog: de jonge alleskunner begrijpt ergens wel dat hij in de spotlights staat. 'Ik heb natuurlijk niet stilgezeten de afgelopen jaren en in de cross gaat het al langere tijd goed. De aandacht is alleen maar leuk en ook een soort bevestiging dat je goed bezig bent en tot één van de betere renners van Nederland behoort. Echt druk voel ik daar niet van.'

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)