Niet alleen de tijdritspecialisten zullen zaterdag uit hun kot moeten komen in Rocamadour, ook de klassementsrenners moeten nog éénmaal in deze Tour alles geven. Zo ook Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar, twee van de grote smaakmakers van deze Ronde van Frankrijk.
Dat de twee een aardige rit tegen de klok in de benen hebben, is geen geheim. Afgelopen jaar eindigden ze op de voorlaatste dag van de Tour de France als derde en achtste in Saint-Emilion, nadat Pogacar de eerste tijdrit in Laval dat jaar zelfs wist te winnen. Vingegaard werd toen derde. Ook in de openingstijdrit in Kopenhagen van dit seizoen deden de twee het naar behoren, met plek drie (Pogacar) en zeven (Vingegaard).
De vraag is echter: in hoeverre gaan de twee nog voluit op de voorlaatste dag van deze Tour, aangezien het klassement (Vingegaard heeft 3.26 minuut voorsprong) al aardig in zijn plooi ligt? 'Ik ga er alles uithalen en hopelijk zal het genoeg zijn', laat Vingegaard het antwoord nog een beetje in het midden. 'Ik heb het parcours van de tijdrit in april al eens bekeken, het is vrij technisch. Vooral de eerste tien kilometer zijn technisch.'
Pogacar gelooft niet direct in stunt
Concurrent Pogacar bekeek het parcours al meerdere keren. 'Het zal een zware beproeving tegen de klok worden, na een vermoeiende Tour. Ik weet niet precies wat ik nog kan bereiken, maar een ding is zeker: ik zal alles geven', stelt de altijd gemotiveerde Sloveen.
'Ik heb het parcours twee keer verkend. Het is zwaar, met veel ruw en traag asfalt. Desondanks zullen we het snel afwerken, met twee kleine klimmetjes op het einde', doet hij zijn verhaal. 'Het zal een zware dag worden, maar ik zie geen grote verrassingen gebeuren', doelt hij op het terugpakken van geel zoals hij in 2020 deed. 'Je weet het echter nooit...'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties