Yates kent goede dag in Vuelta, Hindley blijft ondanks verlies strijdbaar

Simon Yates reed een sterke achtste etappe in de Vuelta a España. De Brit van BikeExchange-Jayco finishte kort achter Remco Evenepoel, Primoz Roglic en Enric Mas als vierde klassementsrenner. Hij steeg zodoende naar de zevende plek in de algemene rangschikking.

Yates kon aanvankelijk het tempo van Evenepoel op de slotklim niet volgen, maar sloot op eigen tempo uiteindelijk toch aan. In de sprint richting de finish brak de veer uiteindelijk toch en moest hij dertien seconden toegeven op Evenepoel, Mas en Roglic. Wel deed Yates goede zaken ten opzichte van João Almeida, Juan Ayuso en Ben O’Connor. Op hen pakte hij zo’n veertig seconden.

‘Het ging wel oké. De benen waren goed, maar die mannen voor mij gaan heel hard, dus we moeten zien hoe de koers zich ontwikkelt, maar ik ben blij met het resultaat. Volgens mij heb ik wat tijd gepakt op concurrenten voor de top vijf, top tien’, klinkt Yates optimistisch via de kanalen van zijn ploeg.

Zondag gaat de Vuelta verder met een nieuwe aankomst bergop. Hoewel de klim een stuk korter is dan die van zaterdag, is de beklimming zeer steil, dertien procent gemiddeld. ‘We zullen zien hoe het morgen gaat, opnieuw een zware dag. Ik ken de laatste klim vrij goed’, aldus Yates.

Hindley: 'Koers is nog lang niet voorbij

BORA-hansgrohe kende een tegenvallende achtste etappe in de Vuelta a España. De Duitse ploeg zag Wilco Kelderman met een verlies van ruim drie minuten op de eerste klassementsrenners wegvallen voor een korte klassering. Ook Jai Hindley en Sergio Higuita konden niet met de besten mee. Hindley was van de BORA-renners de beste met een zestiende plek, een kleine minuut achter Evenepoel, Mas en Roglic.

Na afloop blijft Hindley – die nu negende in het klassement staat op 2.51 minuten van Evenepoel – positief. ‘De laatste klim was echt heel zwaar. Op zulke stijgingspercentages heb je de benen, of je hebt ze niet. Helaas verloren we alle drie tijd, maar de koers is nog lang niet voorbij. Er is nog een lange weg af te leggen richting Madrid, en hopelijk kunnen we nog terugvechten.’