Zonneveld kritisch op 2024-plannen Pogacar: 'Utopie dat hij in juli een topfitte Vingegaard kan kloppen'

Toen onlangs bekendgemaakt werd dat Tadej Pogacar in 2024 zowel de Giro d'Italia als de Tour de France rijdt, leek de wielerwereld - op welke manier dan ook - in rep en roer. 'Is zoiets in het hedendaagse wielrennen überhaupt nog wel te combineren?' en 'Kan hij zich niet beter focussen op de klassiekers en één grote ronde?' waren veelvuldig terugkerende vragen bij koersfans en -connaisseurs. Ook AD-columnist Thijs Zonneveld, altijd goed voor een scherpe opinie, heeft zich geuit over het combinatieplan van de Sloveen.

Laten we vooropstellen dat Zonneveld het geen slim plan vindt om de Giro en de Tour te combineren, zelfs niet als een superster en alleskunner als Pogacar het probeert. 'Het is dat hij de Ronde van Vlaanderen, het criterium van Koekwauzerveen en het Eurovisiesongfestival niet óók nog aan zijn kalender heeft toegevoegd, maar verder rijdt Tadej Pogacar gewoon alles', duidt Zonneveld het bizarre programma van 'Pogi'.

Zonneveld noemt Pogacar 'lid van de bingogeneratie'

'Keuzes? Niks keuzes', gaat Zonneveld verder in het Nederlandse dagblad. 'Na de Tour van afgelopen jaar, waarin hij voor het tweede jaar op rij op zijn falie kreeg van Jonas Vingegaard, lag de bal in het kamp van Pogacar en zijn UAE-ploeg. Wat zouden ze doen? Wat was hun antwoord op de overmacht van de Jumbo’s? Welke opofferingen zouden ze maken, welke koersen zouden ze schrappen? Het antwoord: niet schrappen. Sterker nog: er komt een grote ronde bij: de Giro. De Grote Pogi Show wordt dus wéér een groot rondreizend circus.'

Zonneveld is dus duidelijk kritisch op de plannen van Pogacar, van wie het volgens de strandracer al duidelijk was dat hij weinig zin had om zich enkel en alleen op 'La Grande Boucle' te focussen. 'Afgelopen zomer klaagde hij in de laatste etappes al tegen verschillende renners in het peloton. Het was te warm, zijn fiets was ruk, zijn ploeg snapte er niks van en hij had helemaal geen zin om zichzelf het hele jaar als een monnik voor te bereiden op dat drieweekse duel met Vingegaard. Hij is lid van de bingogeneratie: de beste renners anno nu willen niet één koers zes keer winnen; ze winnen liever zes verschillende koersen één keer', omschrijft hij het beeldend.

'Als Pogacar nog een keer de Tour wil winnen, moet hij er op dezelfde manier als Vingegaard en Jumbo-Visma naartoe werken' 

De 43-jarige Zonneveld acht Pogacar zeer zeker in staat om de Tour voor een derde, vierde of vijfde keer te winnen, al zou hij zich dan wel net als Jumbo-Visma moeten voorbereiden op het wielerspektakel. 'Met trainingskampen en hoogtestages in plaats van eendagskoersen en met veel meer aandacht voor voeding en aerodynamica. Maar dat wil-ie helemaal niet. Hij wil koersen, hij wil spelen, hij wil nieuwe kruisjes op zijn bingokaart zetten. Het is zijn kracht en zijn zwakte tegelijk. Hij voert elke week een nieuwe show op – in grote en kleine koersen – maar daarvoor betaalt hij wel de rekening op de momenten dat hij tegen bijna net zo getalenteerde renners rijdt die zich wél focussen op één of twee doelen per jaar.'

Wat Zonneveld zelf verwacht van Pogacars prestaties volgend seizoen? 'Hij heeft zoveel klasse dat hij ongetwijfeld her en der zal uithalen, maar met zoveel koersen is het een utopie dat hij in juli goed genoeg is om een topfitte Vingegaard te kloppen. Duel om zeep, zonde wel. Leuk dat hij wil bingoën, maar je hele jaar volproppen met alle mogelijke koersen die hij wil rijden, is het andere uiterste. Niet kiezen is in topsport zelden de juiste keuze', luidt de harde conclusie.