Column: Boze renners en de natte vinger van de UCI: Waar ligt de grens? IDL-producties
IDL-producties

Column: Boze renners en de natte vinger van de UCI: Waar ligt de grens?

Column: Boze renners en de natte vinger van de UCI: Waar ligt de grens?

Twee weken terug presenteerde de UCI een nieuwe reeks maatregelen om de veiligheid van wielrenners te verbeteren. ‘Mooi’, zou je denken, maar de lijst kwam op veel kritiek te staan. Vooral het verbod op afdalen op de buis en de zogenaamde ‘tijdritpositie’ tijdens wegraces moesten het ontgelden.

Gezien de grote mate van kritiek lijkt het alsof de UCI de plank volledig heeft misgeslagen door aan de positie van wielrenners op de fiets te komen. Iljo Keisse was er duidelijk niet van gediend op Twitter. Hij noemde het woord betutteling niet, maar daar kwam het wel op neer: ‘We zullen zelf wel beslissen hoe we fietsen en dalen. Dat ze bij de UCI eerst maar eens zorgen dat alles wat binnen hun verantwoordelijkheid ligt in orde is.’

Ergens heeft Keisse een punt. Natuurlijk moet de UCI ook de hand in eigen boezem steken als het gaat om de veiligheid in het peloton. Niet meer dan eens kunnen valpartijen terug herleid worden tot vaag geformuleerde regels, waardoor organisatoren slechts beperkt gestimuleerd worden om een fatsoenlijk parcours voor de renners uit te tekenen. Dat geldt overigens ook voor het rijgedrag van renners. Hoe vaak viel er niet iemand door een onoplettendheid of een gevaarlijk manoeuvre van een mede-coureur?

Menselijk om naar anderen te wijzen

Het is logisch dat het peloton vorig jaar een grens leek te stellen: klaar met valpartijen, klaar met blessures en klaar met de organisaties die voor de veiligheid moesten zorgen. Echter, van die bereidheid voor verandering lijkt plots nog maar weinig over te zijn. Althans, niet als je als UCI aan het gedrag van de renners probeert te tornen. Veiligheid is volgens sommigen slechts iets wat verstoord kan worden door anderen, zelf weet men immers wel hoe het moet.

Je ziet dit fenomeen ook in het dagelijkse straatbeeld. Of je nu in een auto of op een fiets zit, iedereen zal het wel herkennen: gevaarlijk rijgedrag van anderen. De vraag is dan: zijn die anderen het daar wel mee eens? Of zijn zij juist degenen die denken dat jíj gevaarlijk bezig bent? Het is vaak ook makkelijker om bij een ongeluk te wijzen naar bijvoorbeeld een onveilige rotonde dan te oordelen dat je zelf misschien iets zachter had moeten rijden. Dat is nou eenmaal menselijk.

Risico's liggen altijd op de loer: moeten we wielrennen dan verbieden?

Het grote verschil met onze dagelijkse mobiliteit is dat je bij wielrennen juist hard móét rijden: je wil winnen. In dat opzicht zijn enkele nieuwe maatregelen van de UCI in zekere zin in strijd met wat de sport simpel gezegd is: zo snel mogelijk van A naar B rijden. Als de super tuck gevaarlijk is, dan is in iemands wiel rijden dat ook. Een massasprint is per definitie gevaarlijk als je kijkt naar de snelheden en wat te denken van de geringe bescherming. Om vervolgens nog maar te zwijgen over sommige afdalingen.

De UCI trekt nu een grens. Een onduidelijke grens. Nergens valt te lezen op basis waarvan juist de genoemde houdingen verboden zijn. Geen grootschalig onderzoek onder renners, geen uitgebreid rapport waar we als journalisten in kunnen neuzen om het te duiden. Er werd wel een mail rondgestuurd, maar die werd slechts door zestien renners geopend. Met een natte vinger is bepaald dat dit te gevaarlijk is. Wat gaat het volgende worden als blijkt dat valpartijen nog steeds voorkomen? Je kunt er immers al bijna vanuit gaan dat dat nog steeds het geval is.

Matej Mohoric vroeg zichzelf terecht retorisch af of we dan maar niet de gehele sport moesten verbieden, net als alle andere gevaarlijke sporten. Je bent als wielrenner namelijk een voorbeeldfiguur en op deze manier brengen we de kleine Mohoric’jes niet in de verleiding om dit soort posities aan te nemen. Eerlijk is eerlijk, die vinden heus wel een andere manier om nét wat sneller op de fiets te gaan dan een ander. Je ziet renners nu al experimenteren met nieuwe posities die nog niet verboden zijn. Je houdt dat niet tegen als het doel van de sport is om als snelst over de finish te gaan.

Veiligheid in het wielrennen moet anders benaderd worden

Misschien moet de UCI niet zorgen voor een schijnbare tegenstelling tussen het sneller durven te gaan op een fiets dan een ander aan de ene kant, en het verkleinen van de veiligheid aan de andere kant. Je zou er als bond eens naar moeten kijken hoe je ervoor zorgt dat risicovol gedrag niet meer risicovol is. Beschermende kleding of veiligere materialen langs de kant van de weg zijn daarvoor een optie. Zorg er bij wijze van spreken voor dat renners niet in een ravijn, maar tegen een stootkussen vallen. Op die manier ontneem je geen enkele renner zijn eigen vrijheid op de fiets en kunnen ze alles doen, zolang ze daarbij niet anderen in gevaar brengen.

Maar dat kan de UCI natuurlijk niet alleen. Om tot een gezamenlijk plan te komen, heeft men de steun en inbreng van veel meer renners nodig. Meer dan nu het geval is geweest. Ik schaar me achter Thomas De Gendt, die een survey als goed begin stelde. Als dezelfde bereidheid getoond zou worden om mee te denken over maatregelen als bij het twitteren daarover, zouden we al een stuk sneller in de goede richting gaan.

Door: Jannick van der Hooft - j.vanderhooft@indeleiderstrui.nl / Twitter: @jannick_der

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws