Bernal weet nog niet zeker of hij de Tour de France rijdt: 'Ik wil er bij zijn, maar niet ten koste van alles'

In de wereld van topsport zijn er gifbekers en die moeten vaak helemaal leeg. In het geval van Egan Bernal spreken we dan over een gigantische beker, want de Colombiaan van INEOS Grenadiers heeft het geluk sinds 2022 niet meer aan z'n kont hangen. Na één gigantische crash, een lange revalidatie en vervolgens nog enkele tegenslagen hoopt Bernal dat de zon nu echt gaat schijnen, zo vertelt hij aan La Gazzetta dello Sport.

Bernal was bij de start van 2022 in blakende vorm. Hij had in 2021 de Giro gewonnen en schreef zo na de Tour in 2019 z'n tweede grote ronde bij op zijn palmares. Na een prima Vuelta (Bernal werd zesde) ging in 2022 alles op de Tour de France. Nog voordat het seizoen begonnen was, was het jaar voor Bernal echter al voorbij. Hij reed in Colombia op een tijdritfiets tegen een stilstaande bus en brak zo'n beetje alles wat er te breken valt in een menselijk lichaam.

De inmiddels 26-jarige Bernal herstelde maandenlang en keerde tegen ieders verwachting in augustus van vorig jaar al terug. Hij reed enkele koersen, maar logischerwijs nog niet op het niveau dat we van hem kennen. In de afgelopen winterstop trainde hij de ballen uit z'n broek, om in topvorm 2023 aan te vangen. In de Vuelta a San Juan toonde hij een flits van de oude Bernal, maar zorgde een crash op dag één van de koers voor fysiek ongemak. Hij gaf op. Na een vervelende knieblessure keerde hij terug in de Ronde van Catalonië, maar lag hij er op dag zes weer bij. Bernal gaf andermaal op.

De Ronde van het Baskenland reed hij op halve kracht uit, alvorens hij in de Ronde van Romandië beterschap toonde en achtste werd. In de Ronde van Hongarije wilde hij de volgende stap zetten, maar ging hij opnieuw hard onderuit. Bernal werd wonderwel nog wel achtste in het eindklassement. Na Hongarije volgde een trainingsperiode, waarin Bernal onder meer zijn tijdrit bijschaafde in de windtunnel in Milaan. Vervolgens ging de blik vanuit het INEOS-kamp in Monaco op het Critérium du Dauphiné. 'Daar hoop ik beter te ondervinden waar ik sta, het grote onbekende', zo omschrijft de klimmer het.

Bernal weet nog niet zeker of hij de Tour de France rijdt

In principe rijdt Bernal in juli de Tour de France, met normaliter Daniel Felipe Martínez, Carlos Rodriguez en ook Tom Pidcock aan z'n zijde. Hoe goed hij in de Tour gaat zijn, weet eigenlijk niemand, ook Bernal zelf niet. 'Ik wil graag terug naar mijn beste niveau, maar dat zal niet makkelijk zijn. Ik moet hard blijven werken en daarbij rekening houden met het onverwachte. Uiteindelijk moet je altijd mikken op de zon. Er kunnen altijd tegenslagen zijn en die heb ik gehad. Maar het lichaam reageert er goed op en wil de Bernal van vroeger terugbrengen. Ik weet zeker dat dat gaat lukken.'

Zoals wel vaker wijst Bernal naar God, die hem volgens hem een tweede kans heeft gegeven. Daar wil hij ten volste gebruik van maken. En dat in een tijd dat Bernal moet strijden tegen een generatie met Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en al die anderen... 'Daar denk ik niet aan, ik focus op mezelf. Ik werk zo hard omdat ik de beste versie van mezelf wil zijn, aan anderen denken is ongezond. Ik zou graag de Tour willen rijden, die wedstrijd wil iedereen doen. Maar dan moet ik wel honderd procent zijn, want als je niet zeker weet of je top bent, is het de ergste wedstrijd om te koersen in het peloton. Ik wil er bij zijn, maar niet ten koste van alles. Ik richt me nu op de Dauphiné en daarna zullen we een beslissing nemen.'